Portaal:Steden/Uitgelicht stad Internationaal/23
Lissabon is de hoofdstad van Portugal. De agglomeratie telt zo'n 2.900.000 inwoners. De stad ligt op de rechteroever van de Taag, op korte afstand van de Atlantische Oceaan, in de streek Estremadura.
Volgens de legende is Lissabon gesticht door de Griekse held Odysseus tijdens zijn lange tocht naar huis, de Odyssee. Rond 1200 v.Chr. ontstond er een Fenicische handelspost. Rond 200 v.Chr. werd de stad veroverd door de Romeinen. Toen het Romeinse Rijk uiteenviel, viel de stad in handen van volkeren uit het noorden en raakte ze in verval. Onder de Moren, die rond 711 het Iberische schiereiland binnenvielen, bloeide de stad weer op en werd ze weer een belangrijk handelscentrum.
Afonso Henriques, die zich in 1139 tot eerste koning van Portugal had uitgeroepen, veroverde Lissabon in 1147 met hulp van onder meer de kruisvaarder Gilbert of Hastings. Afonso liet hierna een bestaand fort op een heuvel ombouwen tot koninklijk paleis. Het Castelo de São Jorge vervulde deze rol tot begin 16e eeuw. De stad ontwikkelde zich sterk, zowel economisch als cultureel; in 1290 werd bijvoorbeeld de Universiteit van Lissabon gesticht. Met Vasco da Gama's ontdekking van de zeeweg naar Indië, rond 1500, begon de Portugese Gouden Eeuw.
Op 1 november 1755 werd de stad getroffen door een zware aardbeving. De vele doden, 15.000 volgens sommige bronnen, vielen niet alleen door instortingen, maar ook door branden en hoge golven uit de rivier. Onder de pragmatische premier, de latere markies van Pombal, werd aan de wederopbouw begonnen. Zijn invloed is terug te zien in het strakke stratenplan van het zuiden van de wijk Baixa. Ook de 20e eeuwse dictator António de Oliveira Salazar moderniseerde de stad. In 1998 huisvestte Lissabon de Expo.