Reckumer Steine
De Reckumer Steine zijn twee hunebedden uit het neolithicum, ze zijn van het type Emsländische Kammer. De hunebedden zijn aangeduid met Sprockhoff-Nr. 811 en 812. Ze werden gebouwd tussen 3500 en 2800 v.Chr. en worden toegeschreven aan de Trechterbekercultuur.
Glaner Braut | ||||
---|---|---|---|---|
Großsteingrab Reckum 2 (Sprockhoff Nr. 812) (2012) | ||||
Situering | ||||
Coördinaten | 52° 52′ NB, 8° 29′ OL | |||
Informatie | ||||
Datering | 3500 - 2800 v.Chr. | |||
Periode | neolithicum | |||
Cultuur | trechterbekercultuur | |||
|
De hunebedden liggen in Reckum, gemeente Winkelsett in Landkreis Oldenburg, Nedersaksen.
Sprockhoff-Nr. 811
bewerkenSprockhoff-Nr. 811 ligt in een bosje op een akker ten oosten van de Katenbäker Straße, ca. 100 meter ten noorden van de kruising waar de straat van Reckum afsplitst. Bij de 14 meter lange kamer zijn nog zeven van de oorspronkelijk negen dekstenen aanwezig. Bijna alle (19) draagstenen zijn behouden gebleven, twee zijn gespleten. Ook zijn de overblijfselen van de toegang behouden gebleven. Twee dekstenen en zes draagstenen aan de westzijde zijn verschoven.
Sprockhoff-Nr. 812
bewerkenSprockhoff-Nr. 812 (ook wel Opferaltar genoemd) ligt onder enkele bomen ten westen van de Katenbäker Straße, direct aan de kruizing waar de straat naar Reckum afsplitst. De aan de zuidzijde verstoorde kamer is 19 meter lang. Er zijn nog 11 dekstenen en nog 28 draagstenen aanwezig. In 1920 werd het bouwwerk onderzocht en werd een omheining van 26 × 4 meter van kleine stenen aangetroffen. In 1929 was hiervan niks meer terug te vinden.
Literatuur
bewerken- Anette Bußmann: Steinzeitzeugen. Reisen zur Urgeschichte Nordwestdeutschlands. Isensee Verlag, Oldenburg 2009, ISBN 978-3-89995-619-1, S. 97–99.
- H. A. Lauer: In: Frank Both (Red.): Archäologische Denkmäler zwischen Weser und Ems (= Oldenburger Forschungen. NF 13, Archäologische Mitteilungen aus Nordwestdeutschland Beiheft 34). Oldenburg, Isensee 2000, ISBN 3-89598-752-2, S. 336.
- Ernst Sprockhoff: Atlas der Megalithgräber Deutschland. Teil 3: Niedersachsen – Westfalen. Rudolf Habelt Verlag, Bonn 1975, ISBN 3-7749-1326-9, S. 83.
Weblinks
bewerken- 10. Großsteingräber bei Kleinenkneten und Reckum. Darin: 37. + 38. Reckumer Steine 1-2 (811-812)
- Großsteingräber „Reckumer Steine“ nahe Reckum, Samtgemeinde Harpstedt
Voetnoten
Bronnen
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Reckumer Steine op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.