Resolutie 1054 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1044 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 26 april 1996 aangenomen door de VN-Veiligheidsraad met 13 stemmen voor en de 2 onthoudingen van China en Rusland.
Resolutie 1054 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 26 april 1996 | |
Nr. vergadering | 3660 | |
Code | S/RES/1054 | |
Stemming | voor 13 onth. 2 tegen
0 | |
Onderwerp | Aanslag op de president van Egypte in 1995 | |
Beslissing | Legde sancties op tegen Soedan. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1996 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Botswana · Chili · Egypte · Guinee-Bissau · Duitsland · Honduras · Indonesië · Italië · Zuid-Korea · Polen
| ||
Egypte (geel), Soedan (rood) en Ethiopië (blauw).
|
Inhoud
bewerkenWaarnemingen
bewerkenMen was gealarmeerd door de moordaanslag op de president van Egypte in Addis Abeba op 26 juni 1995 en overtuigd dat de verantwoordelijken voor de rechter moesten worden gebracht. De Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) beschouwde die aanslag niet enkel als een aanslag op Ethiopië, maar op heel Afrika. Intussen voldeed Soedan niet aan de vragen van de OAE om verdachten uit te leveren.
Handelingen
bewerkenDe Veiligheidsraad eiste dat Soedan onmiddellijk drie verdachten aan Ethiopië uitleverde en niet langer terreuractiviteiten steunde of terroristen onderdak bood. Volgende maatregelen zouden van kracht worden op 10 mei tot Soedan aan die eisen voldeed. Alle landen moesten het personeel van hun diplomatieke missies in Soedan reduceren en reisbeperkingen opleggen aan leden van de Soedanese overheid of leger. Alle internationale- en regionale organisaties werd gevraagd geen conferenties te houden in Soedan. De landen werd gevraagd binnen de 60 dagen aan de secretaris-generaal te rapporteren welke stappen ze hadden genomen. Die laatste werd gevraagd binnen de 60 dagen te rapporteren over de uitvoering van deze resolutie waarna zou worden bekeken of Soedan aan de eisen had voldaan.