Resolutie 1670 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1670 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 13 april 2006 en verlengde de waarnemingsmissie aan de grens tussen Ethiopië en Eritrea met een maand.
Resolutie 1670 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 13 april 2006 | |
Nr. vergadering | 5410 | |
Code | S/RES/1670 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Eritrees-Ethiopische Oorlog | |
Beslissing | Verlengde de UNMEE-waarnemingsmissie met 1 maand. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2006 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Argentinië · Congo-Brazzaville · Denemarken · Ghana · Griekenland · Japan · Peru · Qatar · Slowakije · Tanzania
| ||
Eritrea.
|
Achtergrond
bewerkenNa de Tweede Wereldoorlog werd Eritrea bij Ethiopië gevoegd als een federatie. In 1962 maakte keizer Haile Selassie er een provincie van, waarop de Eritrese Onafhankelijkheidsoorlog begon. In 1991 bereikte Eritrea na een volksraadpleging die onafhankelijkheid. Er bleef echter onenigheid over een aantal grensplaatsen.
In 1998 leidde een grensincident tot een oorlog waarbij tienduizenden omkwamen. Pas in 2000 werd een akkoord bereikt en een 25 kilometer brede veiligheidszone ingesteld die door de UNMEE-vredesmacht werd bewaakt. Een gezamenlijke grenscommissie wees onder meer de stad Badme toe aan Eritrea, maar jaren later werd het gebied nog steeds door Ethiopië bezet.
Inhoud
bewerkenWaarnemingen
bewerkenBlijvende vrede tussen Ethiopië en Eritrea was slechts mogelijk als de grens tussen beide landen volledig werd afgebakend. Beiden hadden eerder hun akkoord gegeven de beslissing van de grenscommissie met deze taak te zullen aanvaarden.
Verder zorgden de onaanvaardbare beperkingen die de UNMEE-waarnemingsmacht waren opgelegd ervoor dat de operationele capaciteit van de missie drastisch beperkt is.
Handelingen
bewerkenHet mandaat van de UNMEE-waarnemingsmacht (in de grensstreek) werd met een maand verlengd tot 15 mei. De Veiligheidsraad eiste voorts dat de twee partijen voldeden aan resolutie 1640. Als dat begin mei 2006 niet het geval was, dan zouden het mandaat en het troepenaantal van UNMEE herzien worden.