Resolutie 378 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 378 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd aangenomen op 23 oktober 1975 door dertien leden en zonder de stem van China en Irak. De resolutie verlengde de UNEF II-vredesmacht in de Sinaï met een jaar.

Resolutie 378
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 23 oktober 1975
Nr. vergadering 1851
Code S/RES/378
Stemming
voor
13
onth.
0
tegen
0
niet
2
Onderwerp Wapenstilstand tussen Israël en Egypte
Beslissing Verlenging vredesmissie met één jaar.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1975
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van de Wit-Russische Socialistische Sovjetrepubliek Wit-Russische SSR · Vlag van Kameroen Kameroen · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Guyana Guyana · Vlag van Irak (1963-1991) Irak · Vlag van Italië Italië · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Mauritanië (1959–2017) Mauritanië · Vlag van Zweden Zweden · Vlag van Tanzania Tanzania
De Israëlisch-Egyptische grens nabij Nitzana.
De Israëlisch-Egyptische grens nabij Nitzana.

Achtergrond

bewerken
  Zie Jom Kipoer-oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de Jom Kipoeroorlog twee jaar voor deze resolutie, werd een interventiemacht gestationeerd in de Sinaï, dat tijdens de oorlog door Israël was bezet. De Veiligheidsraad had opgeroepen tot onderhandelingen om een duurzame vrede te bereiken in de regio. In 1979 sloten Israël en Egypte een vredesverdrag en in 1982 trok Israël zich terug uit de Sinaï.

De Veiligheidsraad:

  • Herinnert aan de resoluties 338, 340, 341, 346, 362, 368 en 371.
  • Heeft het rapport van secretaris-generaal Kurt Waldheim over de VN-interventiemacht overwogen.
  • Heeft de ontwikkelingen in het Midden-Oosten opgemerkt.
  • Neemt verder akte van het standpunt van de secretaris-generaal dat een verslapping in de zoektocht naar een akkoord gevaarlijk is en zijn hoop op een inspanning om het probleem in al zijn aspecten aan te pakken door de rust te bewaren en een omvangrijk akkoord te sluiten.
  1. Beslist:
    a. Alle partijen op te roepen onmiddellijk resolutie 338 uit te voeren.
    b. Het mandaat van de VN-interventiemacht met één jaar te verlengen, tot 24 oktober 1976.
    c. De secretaris-generaal tegen dan een rapport te vragen over de ontwikkelingen en de genomen stappen om resolutie 338 uit te voeren.
  2. Vertrouwt erop dat de macht met een maximale (kosten)efficiëntie wordt onderhouden.

Verwante resoluties

bewerken
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 378 op de Engelstalige Wikisource.