Resolutie 969 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 969 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 21 december 1994 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad. Het was diens laatste resolutie in 1994.
Resolutie 969 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 21 december 1994 | |
Nr. vergadering | 3484 | |
Code | S/RES/969 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Conflict in Cyprus | |
Beslissing | Verlengde de UNFICYP-vredesmacht tot 30 juni 1995. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1994 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Argentinië · Brazilië · Tsjechië · Djibouti · Spanje · Nigeria · Nieuw-Zeeland · Oman · Pakistan · Rwanda
| ||
De twee delen van Cyprus, al sedert jaren gescheiden door een VN-bufferzone.
|
Achtergrond
bewerkenNadat in 1964 geweld was uitgebroken tussen de Griekse- en Turkse bevolkingsgroep op Cyprus stationeerden de VN de UNFICYP-vredesmacht op het eiland. Die macht wordt sindsdien om het half jaar verlengd. In 1974 bezette Turkije het noorden van Cyprus na een Griekse poging tot staatsgreep. In 1983 werd dat noordelijke deel met Turkse steun van Cyprus afgescheurd. Midden 1990 begon het toetredingsproces van (Grieks-)Cyprus tot de Europese Unie maar de EU erkent de Turkse Republiek Noord-Cyprus niet.
Inhoud
bewerkenWaarnemingen
bewerkenDe secretaris-generaal, Boutros Boutros-Ghali, beval aan UNFICYP nogmaals met zes maanden te verlengen en de overheid in Cyprus was het daarmee eens. Intussen werden de patrouilles van de macht langs de bufferzone gehinderd, werd het staakt-het-vuren voortdurend geschonden en schoot het ontmanningsakkoord (van de bufferzone) niet op. Met andere woorden: het vredesproces boekte geen vooruitgang. Er bleven ook veel buitenlandse troepen (van Turkije) in Cyprus en het land spendeerde nog steeds veel geld aan defensie terwijl dat moest minderen.
Handelingen
bewerkenDe vredesmissie in Cyprus werd verlengd tot 30 juni 1995. Aan beide zijden moesten de militaire autoriteiten zorgen dat er geen incidenten waren aan de bufferzone en samenwerken met de vredesmacht. Ook moest het aantal buitenlandse troepen in en de defensie-uitgaven van Cyprus omlaag, om het vertrouwen tussen de partijen te helpen herstellen. Ook werd opnieuw gevraagd gesprekken aan te gaan om wapens zwaarder dan handvuurwapens en het afvuren van wapens binnen gezichts- of gehoorsafstand van de bufferzone te verbieden. Ook moest werk gemaakt worden van de ontmanning van de bufferzone, wat al in 1989 was afgesproken. Ten slotte moesten beide gemeenschappen aan tolerantie en verzoening werken.