Het startschot werd gegeven op de Place Saint-Lambert. De etappe voerde de renners over vijf geklasseerde beklimmingen, alle van de vierde categorie. De finish werd getrokken op de Côte de Seraing, een heuvel van 4,7% over 2,4 kilometer.
Al na 5 kilometer ontsnapte vier Fransen, een Spanjaard en een Deen uit het peloton. Michael Mørkøv, Maxime Bouet, Pablo Urtasun, Yohann Gène, Nicolas Edet en Anthony Delaplace hadden in een mum van tijd bijna vijf minuten te pakken. Na een valpartij kwam Raborenner Luis León Sánchez lelijk ten val, maar kon dankzij hulp van zijn ploeggenoot Maarten Tjallingii weer aansluiten bij het peloton.
De marge van de kopgroep was te klein om als eerste over de streep te komen, na 190 kilometer werd het zestal dan ook ingehaald. De Deen Michael Mørkøv hield wel een mooi souvenir over aan zijn ontsnapping. Hij mocht op het podium de bolletjestrui in ontvangst nemen. Er volgde een zeer onstuimige finale over bochtige wegen. De Fransman Sylvain Chavanel ging als eerste ten aanval, maar hield geen stand. De winnaar van de proloog Fabian Cancellara daarentegen wel, ook de Slowaak Peter Sagan en de Noorse sprinter Edvald Boasson Hagen konden aansluiten. De Noor en de Zwitser waren echter niet meer in staat Sagan van de overwinning af te houden. Hij mocht de eerste etappe op zijn naam schrijven.