Een compact peloton bereikte de tussensprint in Saint-Bertrand-de-Comminges, waar André Greipel de volle buit nam. Na de tussensprint ontstond er een ontsnapping met twee renners: Lieuwe Westra en Bryan Coquard. Ook Louis Meintjes wist de kloof nog te overbruggen. Achter het trio ontstond een groep van een vijftiental renners met daarbij Romain Bardet, Joaquim Rodríguez, Sylvain Chavanel en Gorka Izagirre. We kregen een kopgroep met veertien renners met buiten de reeds vernoemde namen ook nog Mikaël Cherel, Romain Sicard, Anthony Delaplace, Jérôme Coppel, Matthieu Ladagnous, Kristijan Đurasek, Daniel Navarro en Frédéric Brun. Even later konden nog een deel renners aansluiten: Michał Kwiatkowski, Sep Vanmarcke, Jakob Fuglsang, Georg Preidler, Christophe Riblon, Jérémy Roy en Jan Bárta. Tussen de omvangrijke kopgroep van 22 renners en het peloton reden nog twee renners, Angélo Tulik en Marcel Sieberg. Na veertig kilometer wedstrijd had de kopgroep een voorsprong van 5'05" op het peloton.
De kopgroep vatte de Col de Portet-d'Aspet aan met een voorsprong van ongeveer zes minuten. In het peloton haakte Alex Dowsett al af in de eerste meters van de Portet-d'Aspet. Hij gaf even later op, samen met Zakkari Dempster. Georg Preidler kwam als eerste boven op de Portet-d'Aspet. Bij aanvang van de Col de la Core moesten aanvankelijk zes renners van de kopgroep lossen, waaronder Kwiatkowski en Riblon. Zij konden voor de top terug aansluiten. De kopgroep liep uit tot 9 minuten op het peloton bij de doorkomst aan de top van de Col de la Core, waar Kristijan Đurasek als eerste boven was. In de afdaling kon een zevental renners van de kopgroep wegrijden van de anderen: Đurasek, Izagirre, Bardet, Vanmarcke, Cherel, Kwiatkowski en Meintjes. Negen anderen konden opnieuw aansluiten, zodat de kopgroep uit 16 renners bestond.
Op 75 km van de aankomst, en met een voorsprong van elf minuten op het peloton, reden Kwiatkowski, Vanmarcke en Preidler weg van hun kompanen. Op 5 km van de top van de Port de Lers moest Preidler zijn metgezellen laten gaan. In de achtervolgende groep demarreerden achtereenvolgens Cherel en Bardet. In het peloton moesten Rigoberto Urán en Jean-Christophe Péraud al vroeg lossen. Kwiatkowski kwam als eerste boven op de Port de Lers. De groep bestaande uit Bardet, Cherel, Izagirre, Rodríguez, Meintjes, Bárta, Sicard en Fuglsang volgde daar op 9 seconden. Aan de voet van Plateau de Beille was deze voorsprong vergroot tot anderhalve minuut.
Op 13 km van de meet liet Kwiatkowski Vanmarcke achter. Even later lieten Fuglsang, Bardet, Rodríguez en Meintjes hun metgezellen in de achtervolging achter. In het peloton moesten Tony Gallopin, Wilco Kelderman en Thomas Voeckler al vroeg op de klim lossen. Op 8 km van de aankomst demarreerde Rodríguez weg van de drie andere achtervolgers, reed naar Kwiatkowski toe en liet hem direct achter. In het peloton versnelden achtereenvolgens Alberto Contador, Vincenzo Nibali, Alejandro Valverde en Nairo Quintana. De groep der favorieten werd zo gedecimeerd tot een tiental renners. Na een versnelling van Chris Froome konden oorspronkelijk alleen Contador, Quintana en Tejay van Garderen nog volgen, voor de groep der favorieten weer samensmolt. Vooraan vergrootte Rodríguez zijn voorsprong op Fuglsang tot 1'10" en Bardet tot 1'40" op 1 km van de aankomst. Hij zag zijn achtervolgers niet meer terug en won solo.