Snavelvliegen

familie uit de orde tweevleugeligen (Rhagionidae)

De snavelvliegen of snipvliegen (Rhagionidae) zijn een familie van insecten uit de orde vliegen en muggen of tweevleugeligen (Diptera). Wereldwijd komen er 500 soorten voor.

Snavelvliegen
Rhagio scolopaceus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Diptera (Tweevleugeligen)
Onderorde:Brachycera (Vliegen)
Familie
Rhagionidae
Chvála, 1983
Rhagio mystaceus
Chrysopilus asiliformis
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Snavelvliegen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De vliegen hebben een slank lijf met lange poten. Opvallend is de krachtige zuigsnuit waarmee in het voedsel geprikt wordt. De naam van de snipvliegen of snavelvliegen zou komen van de opvallende proboscis die bij sommige soorten aanwezig is en lijkt op de bek van snippen.[1]

De snavelvliegen komen vooral voor in het bos en aan de bosranden. Ze zitten vaak op boomstammen met gespreide poten en met het borststuk omhoog. Meestal wijst de kop daarbij naar beneden, zoals bij Rhagio scolopaceus (zie foto). Ze voeden zich met kleine insecten en waarschijnlijk ook met honingdauw en plantensap. De soorten van het geslacht Symphoromyia zuigen bloed bij gewervelde dieren en mensen. De vrouwtjes van enkele soorten voeden zich uitsluitend met nectar.

De snavelvliegen leggen hun eieren in de regel afzonderlijk van elkaar op de grond, in mest of dood hout. De langwerpige maden hebben een onvolledig kopkapsel en mondhaken, die gevormd worden uit de mandibelen en maxilla. Op het lichaam zitten smalle kruiprolletjes. De larven leven op en in de bodem tussen mos, dode bladeren, in mest en onder de schors van bomen. Ze voeden zich met kleine insecten. De larven van Rhagio scolopaceus eten graag regenwormen. Ze voeden zich waarschijnlijk ook met rottende plantendelen en vlees van dode dieren. De larven overwinteren meestal in de grond.

Taxonomie

bewerken

De volgende taxa worden bij de familie ingedeeld:

Indeling per geografische regio

bewerken

De volgende zes genera komen in Europa voor [3]:

De volgende acht genera komen in het Nearctisch gebied voor [4]:

De volgende twee genera komen in Japan voor:

In Nederland voorkomende soorten

bewerken
bewerken

Literatuur

bewerken
  • Haupt J, Haupt H (1998): Fliegen und Mücken - Beobachtung, Lebensweise, Augsburg
  • Honomichl K, Bellmann H (1994): Biologie und Ökologie der Insekten; cd-rom, Gustav Fischer Verlag, Stuttgart.