Snelleresponsteam (Politiezone Antwerpen)

Zwaarbewapende snellereactie-eenheden die behoren tot de arrestatie-eenheid (AE) van de lokale politie Antwerpen
(Doorverwezen vanaf Snelle Responsteam Antwerpen)

De Snelleresponsteams (SRT) zijn zwaarbewapende snellereactie-eenheden die behoren tot de arrestatie-eenheid (AE) van de lokale politie Antwerpen. Zo'n gespecialiseerd team bestaat uit drie politie-inspecteurs die 24 uur per dag inzetbaar zijn om bijstand te verlenen in onder andere gevaarlijke situaties met gewapende verdachten.

Geschiedenis

bewerken

De Snelleresponsteams werden in 2015 opgericht door Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA). De aanleiding daarvoor was onder andere de verhoogde terreurdreiging na aanslagen zoals die op Charlie Hebdo in Parijs op 7 januari 2015.[1] Bij die aanslag werd een politieagent gedood met een kalasjnikov. De Wever wilde zorgen dat zijn korps manschappen had met uitrusting waarmee ze adequaat konden optreden tegen personen met oorlogswapens. Hij wilde dat zulke gespecialiseerde politiemensen ook snel ter plaatse zouden zijn geweest indien er zich gevaarlijke situaties zouden voordoen. Omdat de Bottinekes (het Bijzonder Bijstandsteam, BBT) binnen een half uur ter plaatse zouden zijn geweest, werd het SRT opgericht, dat 24 uur per dag snel inzetbaar is.[2][3]

Samenstelling

bewerken

Een SRT wordt gevormd door drie politie-inspecteurs van het PROA (pro-actief peloton) van de arrestatie-eenheid (AE) van de lokale politie Antwerpen die gedurende zeven weken een speciale opleiding hebben gevolgd.[4][5] Ze volgen onder andere een bijkomende rijopleiding[2] en een bijkomende opleiding "gespecialiseerde interventie" van de federale politie.[6]

Er zijn steeds twee teams aan het werk.[3][7]

Een SRT wordt erbij geroepen ter ondersteuning wanneer een interventieploeg bijstand vraagt bij gewapende incidenten, feiten waarbij de openbare orde ernstig wordt verstoord etc.[8] Indien een SRT van mening is dat het een meerwaarde is, mag het ook zelf het initiatief nemen om bijstand te verlenen, zonder de interventie zelf over te nemen. Volgens de korpsnota SRT moet het SRT worden ingezet bij elke tussenkomst waarbij geweten is of gefundeerde vermoedens zijn dat de politie geconfronteerd zal worden met situaties die de fysieke integriteit van de politieambtenaren in gevaar kunnen brengen. De volgende lijst somt niet-limitatief de taken van het SRT op:[9]

  • ondersteuning van het politiepersoneel op het terrein bij opdrachten waarbij de fysieke integriteit mogelijk in gevaar kan komen en/of waaraan een bijzonder risico is verbonden (bv. een huiszoeking na een betrapping op heterdaad bij een fysiek gevaarlijk persoon, een controle van een voertuig waarvan inzittenden een potentieel gevaar vormen, een discreet toezicht op een ploeg die een controle moet doen in een probleembuurt, ...);
  • het uitvoeren van operaties met een offensief karakter, al dan niet in afwachting van de komst van het BBT (bv. AMOK, een versterkte huiszoeking, een doorzoeking van een gebouw, een arrestatie van personen te voet of in/op een voertuig);
  • voorbereidende maatregelen treffen in afwachting van de komst van het BBT;
  • het vaststellen van feiten op heterdaad (vooral eigendomsdelicten en persoonsdelicten, al dan niet met geweld, verboden wapendracht, ...);
  • bijstand verlenen aan de reguliere ploegen van het PROA bij de uitvoering van hun gerechtelijke bevelen (onmiddellijk afbreekbaar);
  • de monitoring van probleembuurten (hotspots);
  • het uitvoeren van gerichte controles op de openbare weg en in openbare plaatsen van personen en/of voertuigen, al dan niet in het kader van (tijdelijke) criminele fenomenen;
  • achtervolgingen.

Deze lijst maakt nog gewag van het BBT van de Antwerpse politie. Dat werd in 2018 geïntegreerd in de federale politie. Sinds 2019 werkt de lokale politie Antwerpen niet meer met hen samen omdat ze met het SRT een gelijkwaardig alternatief heeft.[10]

Aanvankelijk waren de geüniformeerde politiemensen argwanend omdat ze dachten dat hun werk zou worden overgenomen door de SRT's. Die argwaan verdween echter na enkele maanden.[7]

Uitrusting en materieel

bewerken

Leden van een SRT werken in burgerkledij. Bij ernstige incidenten dragen ze een uniform, een grijze overall, om friendly fire te vermijden.[11]

Een SRT is bewapend met onder andere een taser en een less lethal wapen (FN 303) met rubberen kogels[12][1] en wordt beschermd door onder andere zware kogelwerende vesten,[13] schilden en ballistische helmen.[7]

De teams rijden in ongemarkeerde wagens die worden voorzien van bepantsering en optische en geluidssignalen. De eerste maanden reden ze met Škoda Octavia's. Die werden in 2016 aangevuld met een aantal exemplaren van de Audi A6[11][5] en in 2018 met een Mercedes E400[14] en drie Audi SQ7's[15], waarvan er één na een paar weken al perte totale werd verklaard.[16] De nieuwe wagens werden aangekocht om de Škoda's te vervangen. Later kwamen er ook van de nieuwere versie van de SQ7, van de BMW X5 en de Volvo V90.

Sinds 2019 hebben de SRT's als aanvulling op de wagens ook motors ter beschikking, die sinds 2020 worden ingezet. Die hebben onder andere het voordeel dat ze wendbaarder zijn en makkelijker langs files kunnen rijden, maar er kan minder materiaal meegenomen worden.[11][13] Een SRT op de motor, dat dan een Emergency Response Team (ERT) wordt genoemd, is een team van zes politiemensen (onder wie één teamchef) met drie BMW-motoren van het type R 1200 GS. De passagier is telkens bewapend met een machinegeweer van het type APC300 van B&T.[17]

Controverse

bewerken

Er was politieke tegenstand bij de oprichting. Er werd gezegd dat het om een zwaarbewapende terreurbrigade, een stel rambo's in een robocop-uitrusting[18] of terroristenjagers ging.[19] De SRT's worden echter ook ingezet voor andere misdrijven, zoals diefstallen,[5] geweldsmisdrijven en achtervolgingen.[18] Uit een evaluatie een jaar na de oprichting is gebleken dat de SRT's 6211 opdrachten ontvingen en dat er tijdens dat jaar 18% minder arbeidsongevallen door geweld plaatsvonden bij de politie.[5]

Groen, sp.a en PVDA hadden kritiek[18] toen het SRT werd ingezet voor een student die een verdachte tweet postte die als grap bedoeld was[20] en toen het een 14-jarig meisje in een jeugdinstelling neerschoot met een rubberen kogel in de heup omdat ze zichzelf en anderen dreigde te verwonden met een glasscherf.[21] Dat laatste incident werd onderzocht door het Comité P. Dat besloot dat er moest worden tussengekomen om te verhinderen dat het meisje zichzelf zou verwonden en besloot dat in deze specifieke situatie het gebruik van de FN 303 de situatie het best zou oplossen. Het stelde dat er steeds moet worden afgewogen of het gebruik van de FN 303 opportuun is en dat er terughoudendheid aan de dag gelegd moet worden bij de inzet tegen minderjarigen in het algemeen en in een jeugdinstelling in het bijzonder. Er werd overlegd tussen de politie en het Agentschap Jongerenwelzijn om bijkomende afspraken te maken voor zulke specifieke tussenkomsten.[22][9]

Drie leden van het snelleresponsteam moesten op 6 maart 2024 voor de rechter verschijnen voor zware slagen aan een groepje van vier Nederlanders en voor het opstellen van een vals proces-verbaal op 13 januari 2022. Een van de Nederlanders had naar eigen zeggen als grap aan de klink van het bestuurdersportier gevoeld van de wagen van het SRT. De donkergrijze Audi SQ7 stond stil terwijl twee inspecteurs eten bestelden in het Thais restaurant ernaast en het was voor de Nederlanders niet duidelijk dat het een politiewagen was. De derde inspecteur zat achter getinte ruiten op de achterbank en interpreteerde het als een poging om de wagen te carjacken. Hij stapte uit, ging met zijn team de mannen achterna en ze sloegen twee van de Nederlanders in mekaar met onder andere een wapenstok. De inspecteurs vroegen de vrijspraak.[23] Het openbaar ministerie vond dat de inspecteurs zich niet voldoende kenbaar maakten als politie, dat het geweld overdreven was en dat er onwaarheden stonden in het pv. De rechter oordeelde dat het geweld buitenproportioneel was, dat er een gebrek aan respect was voor de slachtoffers en dat er valsheden stonden in het pv. De inspecteur in de wagen en de teamleider werden veroordeeld voor buiten proportioneel geweld en valsheden in het pv. Er werden een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 24 met uitstel en een geldboete van 800 euro met uitstel uitgesproken voor de eerste. Voor de andere werd er een gevangenisstraf van tien maanden met uitstel en een geldboete van 800 euro met uitstel uitgesproken. De derde inspecteur werd voor het geweld vrijgesproken en voor de valsheden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden met uitstel en een geldboete van 800 euro met uitstel.[24][25][26]