Soosia diodonta
Soosia diodonta is een op het land levende longslak uit de familie Helicodontidae.[1] De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1821 door A. Férussac als Helix diodonta. Soosia diodonta is de typesoort van het (sub)genus Soosia Hesse, 1918 en de enige soort binnen het genus.
Soosia diodonta | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Soort | |||||||||||
Soosia diodonta (A. Férussac, 1821) | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
|
Beschrijving
bewerkenSchelpkenmerken
bewerkenDe schelp is plat schijfvormig en heeft een wijd-perspectivische navel. Het oppervlak is fijn gestreept en heeft een fijne sculptuur bestaande uit kleine volgens de groeilijnen gerangschikte papillen. Er zijn 4¼ à 4¾ windingen gescheiden door een verdiepte sutuur. De windingen zijn aan de bovenzijde sterk afgevlakt en aan de onderzijde zwak gewelfd. De laatste winding heeft een stompe kiel die boven het midden van de winding ligt. De laatste winding buigt vlak voor de mondopening sterk naar beneden. De mondopening staat scheef ten opzichte van het vlak van de draairichting. De mondrand is aan de binnenzijde glad en matglanzend, is sterk verwijd en heeft twee sterk ontwikkelde tanden. De onderste tand is lijstvormig en verloopt parallel aan de mondrand terwijl de geprononceerde bovenste tand veel smaller is en min of meer haaks op de mondrand staat. Direct achter de mondrand is de schelp sterk ingesnoerd. De schelp is wit maar kleurt door het periostracum kastanjebruin, de mondrand heeft een witte tint.[2][3]
Afmetingen van de schelp
bewerken- hoogte: 3,5-4 millimeter
- breedte: 10-12 millimeter
Habitat en levenswijze
bewerkenSoosia diodonta leeft op natte plekken in vochtige bossen, o.a. onder schors van rotte boomstammen, zelden ook op rotswanden. Bij regen kruipen de dieren actief op boomschors.[3]
Huidige verspreiding
bewerkenDe soort leeft in Zuid-Oost Europa: Oostelijk Servië[4], Westelijk Roemenië[4] en Bulgarije.[4] In het gebied is de soort endemisch.
Fossiel voorkomen
bewerkenSoosia diodonta is bekend uit diverse pleistocene interglaciale afzettingen in het recente verspreidingsgebied van de soort maar ook daar buiten. Er zijn waarnemingen gepubliceerd uit Tsjechië[2], Slowakije[2], Hongarije[5], Oostenrijk[6][7], Polen[8] en Nederland[9][10][11][12] Door Ložek[13] wordt Soosia diodonta als interglaciale kensoort beschouwd.
Externe links
bewerken- Schneppat, U., Knechtle Glogger, F., Georgiev, D., Dedov, I., 2013. Най-редкият сухоземен охлюв в България! (De zeldzaamste landslak in Bulgarije!). (Bezocht 26-01-2018)
Voetnoten
- ↑ Taxonomische informatie over Soosia diodonta bij Fauna Europaea.
- ↑ a b c (de) Ložek, V., 1964. Quartärmollusken der Tschechoslowakei. Rozpravy Ústredního Ústavu Geologického: 31: 1-374.
- ↑ a b (ro) Grossu, A.V., 1983. Gastropoda Romaniae, 4, Ordo Stylommatophora, Suprafamiliile: Arionacea, Zonitacea, Ariophantacea şi Helicacea. Edit. Litera, Bucureşti, 1-564.
- ↑ a b c Georgiev D. & Stoycheva S., 2007. A new record of Soosia diodonta (Férussac, 1821) (Gastropoda: Pulmonata: Helicodontidae) in Bulgaria. Malacologica Bohemoslovaca 6: 35-37. PDF.
- ↑ (de) Krolopp, E., 1980. Die mittelpleistozäne, jungpleistozäne und postglaziale Gastropodenfauna der Felsnische Tarkö. Karszt-és Barlangkutatás IX: 15-38.
- ↑ (de) Binder, H., 1977. Bemerkenswerte Molluskenfaunen aus dem Pliozän und Pleistozän von Niederösterreich. Beiträge zur Paläontogie von Österreich 3: 1-78.
- ↑ (de) Frank, Chr., 2006. Plio-pleistozäne und holozäne Mollusken Österreichs. Mitteilungen der Prähistorischen Kommission 62, Part 1: I-XV, 1-395, Part 2: I-XI, 396-860.
- ↑ (en) Stworzewicz, E., 1994. New locality of Late Pliocene land snail fauna from Przymiłowice 3 in the Cracow-Wieluń Upland, Poland. Acta Zoologica Cracoviensia, 37(2): 81-86.
- ↑ (en) Freudenthal, M., Meijer, T., Meulen, A.J. van der, 1976. Preliminary report on a field campaign in the continental Pleistocene of Tegelen (The Netherlands). Scripta Geologica 34: 1-27. PDF
- ↑ (nl) Kuijper, W.J., 1973. Kwartaire land- en zoetwatermollusken uit een boring bij Brielle, Nederland. Mededelingen Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie 10(4): 111-137. PDF
- ↑ (en) Meijer, T., 1988. Mollusca from the borehole Zuurland at Brielle, The Netherlands (An interim report). Mededelingen Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 25(1): 49-60.PDF
- ↑ (en) Westerhoff, W.E., Cleveringa, P., Meijer, T., Kolfschoten, T. van, Zagwijn, W.H., 1998. The Lower Pleistocene fluvial (clay) deposits in the Maalbeek pit near Tegelen, The Netherlands. Mededelingen Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, 60: 35-70. PDF
- ↑ (de) Ložek, V., 1964. Quartärmollusken der Tschechoslowakei. Rozpravy Ústredního Ústavu Geologického: 31: 1-374.
Literatuur
- (de) Jaeckel, S.G.A., 1962. Ergänzungen und Berichtigungen zum rezenten und quartären Vorkommen der mitteleuropäischen Mollusken. Tierwelt Mitteleuropas, Bd II(1), Ergänzung, pp. 25-260, Leipzig.
- (de) Nordsieck, H., 1986. Das System der tertiären Helicoidea Mittel- und Westeuropas (Gastropoda: Stylommatophora). Heldia 1 (4): 109-128.