De tijdlijn van de Lage Landen is een chronologische lijst van feiten en gebeurtenissen betreffende de Lage Landen, een gebied dat ongeveer de laagvlakte in Nederland, België en sommige aangrenzende streken beslaat, gelegen rond de grote rivieren van Noordwest-Europa die in de Noordzee en het Nauw van Calais uitmonden. Daarin vormden zich variërende eenheden onder respectievelijk Keltisch-Germaanse, en Romeinse invloeden. Vervolgens evolueerden zij onder impuls van de kerstening mee in grotere imperiums met een toenemend feodale structuur. De opkomst van de steden zorgde voor toename in rijkdom, maar ook verschuiving van de macht en versplintering. Pogingen tot centralisatie wisselden af met tendensen tot autonomie.
Er wordt getwijfeld aan de juistheid van een of meer onderdelen van dit artikel.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan. Opgegeven reden: Flink aantal fouten qua datering (sjabloon geplaatst op 24 mei 2018)
Klik op een jaartal hieronder om het scrollen te beperken
Bij deze tweede Franse inval vertrekt een deel van de leden van de Grote Raad van Mechelen naar Regensburg en Augsburg in keizerlijk gebied; een ander deel kiest voor het nieuwe regime en gaat in de nieuwe gerechtelijke instellingen zetelen.
26 maart - Landvoogd en aartshertog Karel, aan wie de Staten tijdens het zieltogen van de Brabantse Omwenteling de soevereiniteit over België hadden aangeboden en zijn gevolmachtigd minister, graaf von Metternich-Winneburg doen hun intrede te Brussel.
9 april - Keizer Frans II van Oostenrijk komt zelf te Brussel om het begin van de nieuwe veldtocht tegen Frankrijk bij te wonen. Hij laat er zich op 23 april in open lucht op het Koningsplein inhuldigen als hertog van Brabant en van Limburg.
26 juni - Slag bij Fleurus: tijdens de Eerste Coalitieoorlog dwingt Jean-Baptiste Jourdan, een Frans maarschalk, de Oostenrijkers om de Nederlanden te verlaten. Het verlies van de Oostenrijkers brengt de Franse bezetting terug en markeert het begin van de Franse tijd in België.
31 juli - in Amsterdam richten Rutger Jan Schimmelpenninck, Gogel, Goldberg, Krayenhof en anderen een "comité révolutionaire" op. Willem V Batavus wordt verbannen door de Franse invasie en de Bataafse Revolutie.
24 juli - De prins-bisschop van Luik moet opnieuw vluchten voor de Fransen die op 26 juli de stad binnentrekken. Ook de belangrijkste industriëlen van Verviers nemen het zekere voor het onzekere en vluchten de Rijn over. De Franse bezetters laten oude revolutionaire plannen om de Sint-Lambertuskathedraal af te breken uitvoeren. Bij de annexatie verdwijnt het prinsbisdom Luik en gaat op in de departementen Ourthe, Nedermaas en Samber en Maas.
Augustus - De Franse legers trekken Staats-Brabant binnen na de overwinning bij Fleurus en de definitieve bezetting van de Oostenrijkse Nederlanden. Ook Sluis en Nijmegen worden bezet. Tijdens de zoveelste Franse bezetting van de Zuidelijke Nederlanden wordt het bestuur grondig hervormd.
November - Het Franse leger is genaderd tot aan de grote rivieren in de noordelijke Nederlanden.
December - De Franse legers trekken over het ijs van de bevroren rivieren verder naar het noorden, o.l.v. generaal Jean-Charles Pichegru.
Het komt naar buiten dat de Amsterdamsche Wisselbank voor miljoenen guldens illegaal blanco krediet aan de VOC en de stad Amsterdam heeft verstrekt.
16 januari - Utrecht wordt met Franse steun bevrijd. De Fransen nemen de stad in.
18 januari - In Amsterdam neemt het revolutionair comité onder leiding van Rutger Jan Schimmelpenninck de macht van de zittende burgemeesters op minzame wijze over, net voor de Franse troepen de stad bezetten. Ze noemen zichzelf de "Provisionele Representanten van het Volk van Amsterdam". Op gelijkaardige wijze komen ook in andere steden patriottische stadsbesturen aan de macht, waardoor eerst de Gewestelijke Staten en later de Staten-Generaal aan macht inboeten. Voor de koloniale bezittingen worden comités gevormd, die de taken van de Raad van State overnemen.
18 januari - Vanuit Scheveningen verlaat stadhouder Willem V met zijn zoons het land, en zoekt asiel in Engeland. Er vindt in de Noordelijke Nederlanden een omwenteling plaats. De patriotten keren terug.
19 januari - De Bataafse Republiek wordt uitgeroepen. (Gelre, Holland en Zeeland, Friesland, Groningen, Overijssel, Utrecht, Drenthe) tot 1806.
7 april - In het revolutionaire Frankrijk wordt de decimale indeling van de dag na een half jaar weer afgeschaft. Tegelijk worden echter wel decimaal verdeelde maten en gewichten ingevoerd.
16 mei - Het Verdrag van Den Haag met Frankrijk maakt de jonge Bataafse Republiek tot een vazalstaat. Frankrijk en de Republiek sluiten een offensief en defensief verbond, waarbij de Republiek Frankrijk met de helft van zijn leger en vloot moet steunen en bovendien 25.000 Franse troepen van kledij en voeding voorzien. Staats-Vlaanderen, Maastricht en Venlo worden ingelijfd bij Frankrijk, dat een schadeloosstelling van 100 miljoen gulden ontvangt. De aanvankelijk zwaardere voorwaarden worden afgezwakt dankzij de inspanningen van Pieter Paulus, de voorzitter van de Staten-Generaal.
Als gevolg van de Haagse Vrede verklaart Engeland de Bataafse Republiek de oorlog, en begint met een stelselmatige bezetting van de koloniën. De gevluchte Willem V juichte dit initiatief al toe in zijn Brieven van Kew.
In tegenstelling tot in Frankrijk, waar in de beginfase van de Franse Revolutie deze snel radicaliseert, worden de revolutionaire veranderingen in de Bataafse Republiek relatief vreedzaam doorgevoerd. Het land is al tweehonderd jaar een republiek, en heeft dan ook maar weinig tegenstribbelende edelen. Ook is in Frankrijk, na de val van Robespierre, de revolutie inmiddels een veel gematigder fase ingegaan. De omwenteling is in feite een herhaling van de omwenteling van de patriotten, die in 1787 met behulp van een Pruisisch interventieleger is onderdrukt. Veel leiders van de Bataafse Republiek zijn patriottische politici die in 1787 naar Frankrijk waren uitgeweken. Nu krijgen zij, met Franse steun, de kans om alsnog hun idealen te verwezenlijken. De oude Republiek was altijd al tamelijk ineffectief geweest, en haar tekortkomingen zijn met het verstrijken van de tijd steeds ernstiger geworden. De afzonderlijke provincies zijn soeverein, ieders instemming is dus nodig voor een besluit, waardoor de gezamenlijke besluitvorming soms jaren duurt. Daarnaast is veel macht geconcentreerd in handen van de regenten, die in feite plaatselijke oligarchieën vormen. De Bataafse Republiek maakt dan ook de overgang naar een meer gecentraliseerde regering, met uniforme rechtspraak, munteenheid, maten en gewichten, belastingheffing. Voorts krijgen de katholieken, die al meer dan 200 jaar als tweederangsburgers een derde deel van de bevolking uitmaken, voortaan gelijke burgerrechten.
1 oktober - De Oostenrijkse Nederlanden, het prinsbisdom Luik, Maastricht en omgeving en het Pruisische Kleef worden officieel als "départements belgiques" (Belgische departementen) door de Franse Republiek geannexeerd. Het gebied wordt in negen Franse departementen ingedeeld. Antwerpen is de hoofdplaats van het departement Twee Neten, en omvat 23 kantons. De Fransen schaffen de heerlijkheden af, en stellen gemeentelijke agenten aan.
In de loop van het jaar richten de Fransen een administratieve postdienst op. In de stempel op de omslag staan naam van het departement en kanton, vanwaar de zending vertrekt.
1 januari - Drenthe en Staats-Brabant worden tot de Staten-Generaal toegelaten.
16 januari - In de Bataafse Republiek worden verkiezingen georganiseerd voor een Nationale Vergadering., die het hoogstgeplaatste regeringslichaam zal worden en een grondwet gaat maken. Deze moet onder andere voorzien in een algemeen getrapt kiesrecht voor mannen ouder dan 20, die een eed zweren tegen het stadhouderschap en de idee van volkssoevereniteit steunen. De kiezers moeten een vaste woonplaats hebben en niet van een uitkering leven. 126 kiesdistricten worden vastgelegd.
1 maart - In Den Haag komt de eerste democratisch gekozen Nederlandse volksvertegenwoordiging bijeen, de Nationale Vergadering. Het comité bestaat vooral uit federalisten en unitaristen. Een derde groep wordt gevormd door de gematigden. Er wordt nog voordat ze de grondwet vastlegt een scheiding van kerk en staat ingevoerd en de Joodse natie krijgt een gelijkwaardig statuut als de Bataafse burgers.
1 maart - Alle bewindhebbers van de Vereenigde Oostindische Compagnie worden ontslagen. De schulden en bezittingen van de VOC gaan over op de Republiek. Het octrooi wordt verlengd tot 31 december 1798 om de lopende zaken af te handelen.
Maart - Vierentwintig prominente leden scheiden zich samen met rabbijn Isaac Graanboom af van de Hoogduitse joodse gemeente van Amsterdam. Ze zijn allen lid van het Patriotse genootschap Felix Libertate en steunen de Bataafse Revolutie. De 24 vormen een nieuwe gemeente die Adath Jessurun of Adath Jeschurun wordt genoemd.
5 augustus - Geheim verdrag tussen Pruisen en Frankrijk te Berlijn. Pruisen zegt toe zich niet te zullen verzetten tegen een Franse annexatie van de linker Rijnoever. Frankrijk ondersteunt dan de overname van met name genoemde prinsbisdommen door Pruisen, Hessen-Kassel en de prins van Oranje.
22 augustus - Vrede te Parijs tussen Frankrijk en het markgraafschap Baden. Baden staat aan Frankrijk zijn bezittingen op de linker Rijnoever af, met name de heerlijkheden Rodemack en Hesperingen, zijn aandeel in het graafschap Sponheim, de heerlijkeid Gräfenstein, de ambten Beinheim en Rhodt. In geheime artikelen wordt een toekomstige uitbreiding van Baden met een aantal prinsbisdommen voorbereid. Verder doet Baden ook afstand van Kehl op de rechteroever van de Rijn, de brug bij Hüningen, de Rijn zelf en de eilanden in de Rijn. Verder zegt Baden toe bij een toekomstige vrede tussen Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk te zullen stemmen voor de afstand van de linker Rijnoever, de secularisatie van de geestelijke staten en de opheffing van de leenband van Italiaanse staten met het Heilige Roomse Rijk.
15 september - In het ingelijfde Zuid-Limburg geldt sinds een paar maanden het Franse revolutionaire echtscheidingsrecht. Een eerste Maastrichts koppel laat zich scheiden bij de Burgerlijke Stand.
17 oktober - Ondertekening van de Vrede van Campo Formio door Napoleon Bonaparte en graaf Ludwig van Cobenzl van Oostenrijk. Het conflict tussen Frankrijk en Oostenrijk (de Eerste Coalitieoorlog) wordt beëindigd. In dit verdrag erkent de Habsburgse keizer onder andere de annexatie van de zuidelijke Nederlandse gewesten door Frankrijk; dit behoort formeel niet tot zijn bevoegdheid maar is het erkennen van een feitelijke situatie. Artikel 3 bepaalt dat Oostenrijk de Oostenrijkse Nederlanden afstaat aan Frankrijk. Krachtens artikel 18 moet Oostenrijk de Breisgau afstaan aan de verdreven hertog van Modena. Oostenrijk mag Republiek Venetië inlijven. Verder is er een serie geheime artikelen.
Hans en Parkie, de twee Ceylonese olifanten van de uitgeweken stadhouder Willem V, worden in Deventer ingescheept om via de binnenwateren te worden overgebracht naar de Jardin des Plantes in Parijs.
In de nacht van 21 op 22 januari bezetten radicale unitariërs onder wie Herman Willem Daendels de Nationale Vergadering in de Bataafse Republiek en er vindt met steun van de Franse generaal Joubert een staatsgreep plaats. De federalisten worden opgesloten in de voorzitterskamer, en de anderen moeten de eed afleggen op de 'Afkeer tegen het Stadhouderschap, de Aristocratie, het Federalisme en de Regeeringloosheid". Alleen de leden van de Tweede Nationale Vergadering die een eed tegen het federalisme en de aristocratie afleggen, mogen lid blijven van de volksvertegenwoordiging. De overblijvende leden vormen een Constituerende Vergadering, een parlement dat een grondwet moet ontwerpen. Deze vergadering stelt ook een voorlopig Uitvoerend Bewind in. De ontwerpgrondwet wordt op 23 april door het volk goedgekeurd, waarbij overigens alleen tegenstanders van het federalisme mogen meestemmen.
11 februari - Er vindt een gesprek plaats tussen secretaris Van Langen en secretaris Paul Barras, lid van het Directoire. Hierbij wordt de goedkeuring van de staatsgreep door Barras verkregen tegen betaling van f300.000,-. Tevens moet de Bataafse Republiek lakens en linnen voor de Franse troepen leveren. Van deze leveranties trekken Pieter Vreede en Stephanus van Langen als lakenfabrikanten groot voordeel.
17 maart - De Vereenigde Oostindische Compagnie wordt ontbonden. De VOC leunt in de 18e eeuw op de winsten die in Amsterdam met de verkoop van goederen worden gemaakt. Als echter door de Vierde Engelse Oorlog de retourschepen de Republiek niet meer kunnen bereiken, gaat het snel bergafwaarts. In 1781 besluit de compagnie het uitbetalen van dividenden te staken. Maar ook dit, en steun van de Staten-Generaal, kan het tij niet keren. De invasie van de Fransen en de oprichting van de Bataafse Republiek zijn de genadestoot. Haar schulden en bezittingen gaan over op de Republiek.
23 april - Een nieuwe Nederlandse Grondwet wordt in de nieuwe "gezuiverde" Vergadering aangenomen, gebaseerd op unitarisme. Het land wordt verdeeld in 8 departementen met zo veel mogelijk gelijke bevolkingsaantallen, waarvan de grenzen afwijken van de historisch gegroeide provincies. Het grootste deel van Friesland gaat samen met Groningen op in het departement van de Eems, terwijl Holland wordt gesplitst in het departement van Texel, het departement van de Amstel en het departement van de Delf. Er komt een Vertegenwoordigend Lichaam, gekozen volgens algemeen getrapt kiesrecht. Dit heeft wetgevende macht, stelt jaarlijks de begroting op en benoemt de leden van het Uitvoerend Bewind, dat uit 5 directeuren en 8 assistenten bestaat. Departementale en plaatselijke besturen worden verkozen door stemgerechtigde burgers, en de gilden worden opgeheven.
Op 12 juni vindt in de Bataafse Republiek met goedvinden van de Franse ambassadeur Charles Delacroix een nieuwe staatsgreep plaats door gematigde unitariërs onder leiding van generaal Daendels. De radicale leden van het Uitvoerend Bewind worden afgezet en vluchten. De staatsgreep leidt ertoe dat de nieuwe Grondwet wordt ingevoerd, de eerste grondwet in Nederland, de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk. Er komt een Intermediair Uitvoerend bewind. Voor de diverse onderdelen van het bestuur stelt een vijf leden tellende Uitvoerend Bewind, dat op 14 augustus 1798 aantreedt, acht agenten aan. Zij zijn te beschouwen als de eerste ministers. Dit bewind bereikt binnen kortste keren meer dan de vorige in drie jaar tijd. Er komt een nieuw parlement, het Vertegenwoordigend Lichaam. Dat parlement splitst zich na de verkiezingen in twee kamers. De eerste kamer mag wetsvoorstellen indienen, de tweede kamer kan die voorstellen alleen goed- of afkeuren. Aan het het kiesrecht zijn allerlei beperkingen gesteld, zo moeten kiezers kunnen lezen en schrijven, en via een eed het federalisme afwijzen.
5 september - De Franse bezettingsmacht voert in de Zuidelijke Nederlanden en in het voorheen Nederlandse Limburg de verplichte Conscriptie in. Jongemannen in de geschikte leeftijd nemen verplicht deel aan een loting die uitmaakt wie van hen moet opkomen voor zijn nummer.
29 oktober - Ook in Luxemburg breekt de Boerenkrijg (Klüppelkrieg) kort maar heftig uit. Een legertje van 2000 man trekt op de hoofdstad aan. De Franse bezetter breekt het verzet bij Arzfeld.
12 november - Op het nippertje kan de Gentenaar Lieven Bauwens van Londen wegzeilen met aan boord een versie van de Mule Jenny in onderdelen, en Engels personeel dat met de spinmachine kan omgaan.
5 december - De ruggengraat van de opstand breekt als het Brabantse katholieke leger na een achtervolging over Herentals, Geel en Diest op Ter Hilst bij Hasselt wordt verslagen. Men schat het aantal doden op 5000 tot 10.000. Er volgt een strenge repressie waarbij de meeste leiders worden terechtgesteld (190 gefusilleerden).
12 februari - Er is watersnood in het grote rivieren gebied. Landerijen hebben veel te lijden van kruiend ijswater langs de Rijn maar meer nog langs de Waal.
22 juni - Engelsen vallen gesteund door Russen in Noord-Holland binnen. De Bataafse Vloot onderneemt niets, omdat de matrozen weigeren tegen de Oranje-vlag te vechten. De verdediging in deze slag wordt geleid door Brune en Daendels. De erfprins - de latere koning Willem I - strijdt aan de zijde van het Engelse leger. In een proclamatie meldt hij het herstel van de oude grondwet van het land. Er wordt harde strijd gevoerd in de buurt van Bergen, Alkmaar en Castricum.
Op 27 augustus trachten de Engelsen en Russen middels een invasie in Noord-Holland het stadhouderlijk gezag te herstellen. Schoorl krijgt het zwaar te verduren.
14 september - De departementen van de Nederlanden roepen in Bredevoort de staat van beleg uit, en zenden 200 man van de nationale garde en 100 Franse soldaten nadat de oranjegezinde August Robert van Heeckeren van Suideras een inval vanuit Pruisen in het graafschap Zutphen onderneemt om daar een Oranjerevolutie uit te lokken ten gunste van de in Engeland verblijvende erfprins Willem.
6 oktober - Slag bij Castricum : Franse troepen deinzen terug voor een Russische aanval. Massale steun voor Oranje waar de Britten op gerekend hebben, blijft echter uit en op 18 oktober besluiten de Britten en Russen zich over te geven.
10 oktober - In de Conventie van Alkmaar wordt de aftocht van de Russisch-Engelse troepen uit Holland geregeld. Een inval van een Oranjeleger in het oosten van het land mislukt al evenzeer.
18 oktober - De Engelsen en Russen in Noord-Holland schepen zich in voor de terugtocht.
3 november - Banditisme als nasleep van de Boerenkrijg.
22 november - Een aanhangster van het Oranjehuis wordt te Winterswijk, liggend in haar doodskist, geëxecuteerd. Het betreft de 42-jarige freule van Dorth tot Holthuizen. Ze werd voor haar openlijke sympathiebetuigingen bij de inval van Engelse en Russen in Noord-Holland tot de dood veroordeeld.
6 december - Met de executie van de freule van Dorth is de oranjerevolutie neergeslagen en wordt in Bredevoort de staat van beleg opgeheven.
31 december - De Verenigde Oostindische Compagnie houdt formeel op te bestaan.
In Frankrijk is Napoleon Bonaparte eerste consul geworden en wil zich moeien in de Republiek, door een bestuurshervorming waarbij opnieuw de vroegere regenten in functie worden gesteld. De noordelijke Republiek schenkt Frankrijk 3.000.000 gulden voor zijn oorlogen. Alle verdere subsidies worden echter geweigerd.
Er worden 2.029 jonge mannen uit het departement Twee Neten opgeroepen voor inlijving in het Franse leger. 1.680 van hen komen niet opdagen, en leven voorlopig ondergedoken.
16 augustus - Priester, taal- en geschiedkundige Jan Baptist David ijvert voor het in ere herstellen van de Nederlandse taal in België. Het bisdom Antwerpen wordt, door het Concordaat met de paus, afgeschaft en het beheer ervan door het aartsbisdom Mechelen overgenomen. Dit levert een oplossing voor de priesters die tot nu toe weigerden de eed af te leggen. Uiteindelijk komen er maar 5 bisdommen in België. Vicaris-generaal Stevens blijft de organieke artikelen van het concordaat bestrijden.
18 september - Derde staatsgreep in de Noordelijke Nederlanden, geleid door de Franse bevelhebber Augereau, en drie leden van het Uitvoerend Bewind. Buiten het Wetgevend Lichaam om wordt aan de grondwetvergaderingen een nieuwe staatsregeling voorgesteld. De vergadering verwerpt dit voorstel, maar doordat de afwezigen worden beschouwd als pro-stemmers, wordt de regeling aanvaard. Deze bepaalt dat het Wetgevend Lichaam slechts stemrecht heeft over wetsontwerpen en gekozen wordt volgens censuskiesrecht. Een nieuw staatsbewind bestaat uit twaalf leden, en de oude provinciegrenzen worden opnieuw ingesteld. Eigenlijk komt dit neer op de toestand van voor 1795, waarbij een groot deel van de voormalige regenten opnieuw een bestuursfunctie zal kunnen bekleden.
16 oktober - Bij een grondwetsherziening wordt de Bataafse Republiek opgeheven en vervangen door het Bataafs Gemenebest. Het Staatsbewind met zijn twaalf leden treedt in functie. De na de Bataafse omwenteling gevormde departementen worden weer afgeschaft. De voormalige en van oudsher bekende provincienamen en -grenzen worden in kracht hersteld met één uitzondering: het nog zelfstandige Ameland wordt bij Friesland gevoegd, maar voor het overige keert men deels terug naar de situatie van voor 1795, waarmee een einde komt aan het democratische experiment en de meer ervaren orangistische regenten terugkeren in het Staatsbewind, dat als meerhoofdig bestuur de uitvoerende macht in handen krijgt. De nieuwe provinciebesturen zijn samengesteld voor 40% uit oud-regenten, en orangisten en Moderaten elk voor 30%. De Patriottentijd is definitief voorbij.
26 december - Willem V schrijft de brieven van Oraniënstein, waarin hij de Bataafse Republiek en het Bataafs Gemenebest als wettig erkent. Daarin ontslaat Willem V van Oranje zijn onderdanen van hun verlplichtingen tegenover hem als stadhouder. Hiermee doet hij afstand van al zijn rechten als erfstadhouder en voldoet aan de aan zijn zoon door Napoleon Bonaparte gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van een schadeloosstelling voor de in 1795 toegepaste verbeurdverklaringen. Met deze daad hoopt Willem V namelijk om van Napoleon gebieden in Duitsland te krijgen.
Nederlands lexicograaf en onderwijzer Jacob Janszoon Kramers wordt geboren. Hij schrijft onder andere de "Algemeene Kunstwoordentolk" en de "Nouveau dictionnaire français-hollandais et hollandais-français"
4 juni - Verdrag te Parijs tussen Frankrijk en Rusland. Frankrijk en Rusland zullen bemiddelen in de territoriale problemen in het Heilige Roomse Rijk en een plan aanbieden aan de Rijksdag.
18 mei - De oorlog tussen Engeland en Frankrijk breekt weer uit.
18 juli - Napoleon Bonaparte reist door België (tot 1804). Hij spaart geen moeite om de Schelde weer vrij te krijgen van de Nederlanders, en om de bedrijvigheid in de haven van Antwerpen weer op gang te trekken.
18 december - Het Staatsbewind voert de eerste uniforme spelling van de Nederlandse taal in, zoals voorgesteld door de Leidse hoogleraar Matthijs Siegenbeek.
20 - Lodewijk Antoon van Enghien, de hertog van Edingen, wordt op beschuldiging van samenzwering tegen Napoleon terechtgesteld. De prins kwam pas de dag daarvoor aan in Parijs, nadat een regiment uit Straatsburg het buurland Baden was binnengevallen om hem te pakken.
15 september - Napoleon van Frankrijk onderhandelt in Keulen en Parijs met zijn gezant Schimmelpenninck over invoering van een eenhoofdig bewind in de Republiek. Zo kan hij in de strijd met Engeland makkelijker op steun van de legers van de Republiek rekenen.
2 december - Napoleon wordt in de Notre-Dame van Parijs plechtig tot keizer gekroond.
Het Staatsbewind in het Bataafs Gemenebest wordt vervangen door een eenhoofdig bestuur. De ambassadeur in Parijs, Rutger Jan Schimmelpenninck wordt door Napoleon aangesteld als raadpensionaris van het Bataafs Gemenebest. In feite is hij nu een soort president. In de korte tijd dat hij raadpensionaris is, voert Schimmelpenninck, bijgestaan door Gogel, enkele zeer belangrijke hervormingen door die zwaar op de bevolking drukken. Isaäc Jan Alexander Gogel weet een nieuw belastingstelsel door te drukken. Er komt accijns op zout, zeep, turf, alcoholische dranken, graan, meel en vlees. Er wordt een grondbelasting ingevoerd, een kadaster, personele belasting op bedienden, paarden en meubels. Schimmelpenninck's secretaris van Staat voor Onderwijs, Hein van Stralen, voert een nieuwe onderwijswet in met overheidssteun aan het openbaar onderwijs.
25 februari - In Nederland wordt de definitieve schoolwet van Van der Palm en Van den Ende ingevoerd, waarmee de openbare school de regel wordt. Verder worden regelingen getroffen wat betreft de medische opleiding, posterijen, en de spelling.
3 april - De eerste schoolwet wordt een feit en zal tot 1857 standhouden, waarna zij wordt vervangen.
April - Verschijnen in Amsterdam van het pamflet "Oproeping van het Bataafsche volk, om deszelfs denkwijze en wil openlijk aan den dag te leggen, tegen de overheersching door eenen vreemdeling, waarmede het vaderland bedreigd wordt.", geschreven door Maria Aletta Hulshoff (Mietje Hulshoff) blijkt achteraf.
5 juni - Het Bataafs Gemenebest wordt op last van Napoleon omgezet in het Koninkrijk Holland (eigenlijk Koningrijk Holland). Onvrede van de Fransen over het beleid van Schimmelpenninck leidt tot diens vervanging. Een Nederlandse delegatie wordt door de Fransen gedwongen de keizer te smeken zijn jongere broer, Lodewijk Napoleon, als koning aan te stellen.
23 juni - Lodewijk Napoleon wordt als Koning van Holland geïnstalleerd. Hij en zijn vrouw Hortense de Beauharnais, de stiefdochter van Napoleon Bonaparte, doen hun Blijde Intrede in Den Haag. Hij kiest eerst daar residentie en vervolgens in Het Loo, Amsterdam (waar voor die gelegenheid het stadhuis koninklijk paleis wordt) en Haarlem. De kiezers hebben zich over deze machtswissel niet kunnen uitspreken, het Wetgevend Lichaam houdt er weinig invloed aan over.
18 juli - Maria Aletta Hulshoff (Mietje Hulshoff) wordt veroordeeld tot twee jaar spinhuis voor het pamflet "Oproeping van het Bataafsche volk".
7 augustus - Er komt wederom een nieuwe Grondwet, de Constitutie voor het Koninkrijk Holland. Koning Lodewijk Napoleon zet zich erg in voor de Hollandse zaak; veel meer dan zijn broer wenselijk vindt. De koning probeert zelfs Nederlands te leren. Ook toont hij zijn medeleven bij rampen en tracht hij kunsten en wetenschappen te bevorderen.
Napoleon voert het continentaal stelsel in waarbij alle Britse producten op het Europese continent worden verboden om zo de economie van Engeland te ontwrichten. Napoleon wil de zeegrenzen tussen Engeland en Europa afsluiten, zodat Engeland geen Europese handel meer kan drijven en zo hopelijk zijn leger niet meer kan financieren. Daarmee hoopt Frankrijk minder te vrezen te hebben van Engeland als militaire tegenstander. Als reactie verbiedt Engeland alle handel door Frankrijk met de rest van de wereld. Het embargo is uiteindelijk schadelijker voor het Franse rijk dan voor Engeland.
12 januari - Leidse buskruitramp: Nabij het Rapenburg vliegt op Koppermaandag een kruitschip de lucht in. Er vallen 151 doden en ruim 2000 gewonden, en 218 huizen worden verwoest. Koning Lodewijk Napoleon is na 5 uur al op de plek van de ramp. Zijn inspanningen leveren hem de naam Lodewijk de Goede op.
21 januari- Bij decreet van de Franse senaat wordt Vlissingen bij Frankrijk gevoegd, als deel van het arrondissement Eeklo in het Scheldedepartement. Daarmee wordt het Verdrag van Fontainebleau ten uitvoer gebracht tussen Napoleon en zijn broer de koning van Holland. Verder worden bij Frankrijk ingelijfd Wezel, Kastel en Kehl. Al deze plaatsen zijn van strategisch belang voor Frankrijk en vormen bruggenhoofden aan de overzijde van de Rijn of de Schelde.
Doordat Napoleon strijd met de paus levert, neemt in het katholieke België zijn populariteit flink af. De bisschoppen verzetten zich (onder anderen Maurice de Broglie, bisschop van Gent).
21 april - De drost van het tweede kwartier van het departement Utrecht schrijft aan de burgemeester van Amersfoort dat de galgen, raden en dergelijke, die nog in de jurisdictie zouden bestaan, afgebroken moeten worden en dat de lichamen van de geëxecuteerden begraven dienen te worden.
9 juli - In Overijssel begint de aanleg van de Dedemsvaart. Het kanaal is bedoeld om turf uit de ontveningen af te voeren.
Maart - Zeeland en de gebieden ten zuiden van de Waal en de Merwede worden door Frankrijk geannexeerd. Aan de grenzen worden douaniers opgesteld, en er wordt een Frans bezettingsleger gekazerneerd.
16 maart - Alle handel met Engeland wordt verboden door Napoleon en zijn broer.
9 juli - Het beleid van Lodewijk Napoleon was niet naar de zin van zijn broer, en het koninkrijk Holland wordt nu door Napoleon bij het Decreet van Rambouillet ingelijfd bij Frankrijk. Dit betekent dat ook de Nederlandse jongens nu onder de Franse dienstplicht vallen. Tegelijk wordt ook de tiërcering afgekondigd. Dit houdt in dat nog slechts een derde van de rente over de staatsschuld wordt betaald. Er komt namens keizer Napoleon een Franse stadhouder, Charles François Lebrun, hertog van Plaisance, die met drie intendanten het bestuur voert. Een van die intendanten is de vroegere minister Isaäc Jan Alexander Gogel. Vanaf nu wordt streng toegekeken op de uitvoering van het Continentaal stelsel, de tiërcering van de staatsschuld en de conscriptie. Holland maakt deel uit van het Eerste Franse Keizerrijk. Amsterdam wordt tot derde hoofdstad van het keizerrijk Frankrijk uitgeroepen.
Napoleon bezoekt de Zuidelijke Nederlanden voor de derde keer. Aartshertogin Maria Louisa van Oostenrijk, zijn echtgenote, vergezelt hem.
13 december - Senaatsbesluit over de inlijving van koninkrijk Holland, inclusief Oost-Friesland, de Hanzesteden, Lauenburg en een gebied in noordwest Duitsland. Als enig gewest keert Friesland terug op de kaart en herkrijgt de eigen naam, zij het in het Frans: "Departement de Frise".
8 juni - Werbrouck schandaal: Burgemeester Werbrouck wordt uit zijn functie ontheven in Antwerpen. Hij wordt ervan verdacht smokkel aan te moedigen dan wel toe te laten en heeft ook hem toevertrouwde gelden verduisterd. In 1813 zal een juryrechtbank hem, tot grote woede van Napoleon, vrijspreken.
22 oktober - Napoleon reist door Nederland. Bij keizerlijk decreet worden de hogescholen van Harderwijk en Franeker gesloten. Die van Utrecht, Amsterdam, Deventer en Groningen worden écoles secondaires, en de Universiteit Leiden wordt opgewaardeerd tot een université imperiale.
De tolgrens tussen Nederland en het Franse keizerrijk wordt opgeheven. De economische malaise is echter van dien aard, dat de maatregel veel te laat komt.
13 augustus - Het Nederlandse regiment in het Grande Armée trekt Rusland binnen. Van de 15.000 Nederlandse dienstplichtigen die mee in het leger van Napoleon ten strijde trekken tegen de Russen, zal amper 3% terugkeren.
De veldtocht van Napoleon naar Rusland loopt uit in een nederlaag. De Russen passen de tactiek van de verschroeide aarde toe, waardoor het Franse leger grote verliezen lijdt. Er blijft slechts een tiende van de 600.000 man over.
Werbrouck wordt door een jury vrijgesproken, tot groot ongenoegen (en zelfs woede) van Napoleon.
Er ontstaan rellen en er is duidelijk verzet tegen de conscriptiewet, de "droits réunis" (belastingen op de levensbehoeften), de strenge censuur en het politieke toezicht vanuit Frankrijk.
Nederland wordt verplicht 500 "gardes d'honneur" aan het Franse leger te leveren. Ze moeten hun eigen paard en uitrusting betalen.
15 november - In Nederland wordt een voorlopig bestuur geïnstalleerd onder leiding van Falck.
16 november - Verdrag te Frankfurt tussen Oranje-Nassau, Nassau-Usingen en Nassau-Weilburg, waardoor de prins van Oranje weer in het bezit van zijn landen komt.
November - De Franse troepen beginnen zich uit Nederland terug te trekken. In steden als Amsterdam breken er relletjes uit, en douanehuisjes worden in brand gestoken.
Graaf Leopold van Limburg Stirum leidt met Van Hogendorp de opstand tegen de Fransen. Nederlands staatsman Gijsbert Karel van Hogendorp neemt in Den Haag het initiatief tot het stichten van een onafhankelijke staat onder het Huis van Oranje. Hij wordt minister van Buitenlandse Zaken (tot 1814), maar komt in 1816 in conflict met koning Willem I.
21 november - In Nederland wordt een onafhankelijke regering geïnstalleerd.
Januari - na de slag bij Leipzig worden ook de Zuidelijke Nederlanden grotendeels ontruimd door de Franse troepen, die zich richting Parijs terugtrekken. In een beperkt aantal vestingen blijven ze echter aanwezig.
10 januari - De weduwe van de laatste stadhouder, Wilhelmina van Pruisen, komt met haar dochter Louise vanuit Berlijn aan in Den Haag. Daarmee is het Oranjehuis weer compleet terug in Nederland.
11 januari - Slag bij Hoogstraten - Het Franse leger wordt verslagen in een reeks confrontaties in de Noorderkempen. De Geallieerden trekken op naar Antwerpen.
9 maart - Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Groot-Brittannië sluiten in Noord-Frankrijk het Verdrag van Chaumont, een verbond van wederzijdse bijstand voor twintig jaar. Het bevat voorstellen aan Napoleon voor een vreedzame overdracht van de Regeermacht in Frankrijk, en verder regelingen voor een toekomstig Europa.
10 maart - Napoleon wijst de geallieerde voorstellen af, waardoor een militaire beslissing noodzakelijk wordt.
29 maart - De Vergadering van Notabelen vindt plaats. De leden moeten een beslissing nemen over de nieuwe grondwet. Deze grondwet werd opgesteld onder leiding van Van Hogendorp, uit wiens eerder gepubliceerde "Schets van een Grondwet" grote delen worden overgenomen. Hiermee krijgt het land een centralistisch bestuur. Men keert dus niet terug naar de situatie van voor 1795. De koning zal worden bijgestaan door ministers, die alleen aan hem verantwoording verschuldigd zijn. De Provinciale Staten worden verkozen door drie standen: ridders, vertegenwoordigers van de steden en van het platteland.
31 maart - Parijs wordt door geallieerde troepen bezet.
30 mei - Eerste Vrede van Parijs tussen Frankrijk enerzijds en Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Engeland anderzijds. De omvang van Frankrijk wordt teruggebracht tot de toestand van 1 januari 1792, echter met belangrijke uitbreidingen langs de noordelijke grenzen. Nederland komt onder de soevereiniteit van het huis Oranje-Nassau en zal vergroot worden. De verdragen tussen Frankrijk en Oostenrijk van 1805 en 1809 worden geannuleerd evenals de verdragen tussen Frankrijk en Pruisen van 1795 en 1806.
Het Congres van Wenen begint met de overwinnende mogendheden Pruisen, Oostenrijk, Rusland en Engeland met als doel de staatkundige herordening van Europa. Monarchieën worden hersteld en staten versterkt, als tegenwicht voor Frankrijk.
21 juni - De grote mogendheden ondertekenen de door Falck geschreven Acht Artikelen van Londen, waarbij tot de vereniging van Noord- en Zuid-Nederland wordt besloten. Dit gebeurt op initiatief van Engeland dat na de ineenstorting van het Franse rijk een sterke bufferstaat wil vormen tegen Frankrijk. De Acht Artikelen zijn opgesteld door de soevereine vorst (Willem I) gebaseerd op de ideeën van de Engelse minister Castlereagh. Willem I wil in feite een aanzienlijke uitbreiding van zijn grondgebied, met name in het Rijnland. De Nederlanden moeten (volgens hem) versmelten tot een "réunion intime et complète". De godsdienst wordt er opnieuw vrij. Het Zuiden moet behoorlijk in de Staten-Generaal vertegenwoordigd zijn. De staatsschulden (inclusief de geringe schulden van België) zullen de gemeenschappelijke schatkist ten goede komen.
24 februari - Na het Congres van Wenen wordt de eenmaking van de Nederlanden bekrachtigd. Prins Willem Frederik van Oranje Nassau (Nederland) laat zich prompt als koning Willem I der Nederlanden uitroepen en wordt staatshoofd tot 1840.
28 maart - Koning Willem I der Nederlanden trekt van Antwerpen, langs Mechelen en Vilvoorde naar Brussel. Luxemburg komt in personele unie onder Nederlands bewind.
April - Een bijeenkomst van de nieuwe grondwetscommissie, met 11 vertegenwoordigers van de noordelijke provincies en de 11 van de zuidelijke, vindt plaats. In het Noorden wordt het gestemde akkoord aanvaard, maar in het Zuiden wordt het door een vergadering van de notabelen verworpen.
21 juni - Napoleon bereikt Parijs, maar wordt niet meer als keizer geaccepteerd.
Augustus - De Staten-Generaal in Den Haag keuren het grondwetsvoorstel goed. Veel animo voor de nieuwe Grondwet is er echter niet in de Zuidelijke Nederlanden, veel van de notabelen die daar door Willem aangewezen zijn om hun goedkeuring uit te spreken blijven thuis; erger nog is dat een meerderheid het voorstel afkeurt. Bij 126 van dezen is het motief de vrijheid van godsdienst die zij in deze vorm verwerpen. Deze vrijheid is echter door het Congres van Wenen dwingend opgelegd. Daarom telt Willem hun stemmen bij die van de ja-stemmers, voegt er het aantal onthouders aan toe en komt door deze beruchte "Hollandse Rekenkunde", Arithmétique hollandaise, toch aan een meerderheid. De belangrijkste wijziging die in de Grondwet van 1815 wordt doorgevoerd is de splitsing van de Staten-Generaal in twee Kamers.
24 augustus - Willem I roept zich uit tot koning der Verenigde Nederlanden en kondigt de nieuwe Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden af, die toch algemeen aanvaard wordt beschouwd (door instemming van de thuisblijvers en ook diegenen die vooral bezorgd zijn over de godsdienstvrijheid).
September - De Fransman Maurice De Broglie, nog steeds bisschop van Gent, vaardigt zijn "Jugement Doctrinal" uit, die door de andere bisschoppen wordt aanvaard en uitgedragen. Hierin wordt verboden dat men een eed van trouw tegenover de niet-katholieke Willem I zou afleggen. Als gevolg hiervan nemen veel ambtenaren ontslag.
20 november - In het Verdrag van Parijs worden aanvullende voorwaarden aan Frankrijk gesteld naar aanleiding van de "honderd dagen". De noordelijke grens wordt verlegd ten gunste van de Verenigde Nederlanden, Pruisen en Beieren. Met deze tweede vrede van Parijs wordt het gebied van de Verenigde Nederlanden uitgebreid met Bouillon, Chimay, Philippeville en Mariembourg.
De universiteiten van Leiden, Groningen en Utrecht worden heropend.