Valse baard
De valse baard (Oudegyptisch: dw3-wr, lees doua-our) was in het oude Egypte een van de faraonische regalia en was een gevlochten, valse baard, die met een fijne riem aan het gezicht was bevestigd[1] en bij ceremoniële gelegenheden werd gedragen, waardoor men het ook wel ceremoniële baard noemt. De valse baard is sinds de Proto-dynastieke Periode bekend. Bekende farao's die zich met valse baard lieten afbeelden, zijn onder andere Narmer (1e dynastie), Djoser (3e dynastie) en Ramses II (19e dynastie).
Ook vrouwen die de staatsmacht bekleden, werden met de valse baard als teken van de macht voorgesteld, zoals Chentkaoes I (4e dynastie) en Hatsjepsoet (18e dynastie).
Ook Egyptische goden droegen valse baarden van lapis lazuli, waardoor men vermoedt dat de valse baard de goddelijke status van de farao moest benadrukken.[2]
Noten
bewerkenReferenties
bewerkenPortaal Egyptologie |
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Königsbart op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- J. Dieleman, De Wereld in Evenwicht, Amsterdam, 2006. ISBN 9789053568804
- H.A. Schlögl, Das alte Ägypten. Geschichte und Kultur von der Frühzeit bis zu Kleopatra, München, 2006, pp. 99–100. ISBN 3406549888
- D.P. Silverman (ed.), Ancient Egypt, New York - e.a., 2003, pp. 108, 186. ISBN 019521952X
- D. Yarwood, The Encyclopedia of world costume, New York, 1978, pp. 32, 142. ISBN 0684158051
- T.A.H. Wilkinson, Early Dynastic Egypt, Londen - e.a., 1999, pp. 103–105. ISBN 0415186331