Amsterdamsche Schaakclub

voormalige schaakvereniging in Amsterdam (1886-1968)

De Amsterdamsche Schaakclub (ASC) was een elitaire Amsterdamse schaakvereniging. ASC werd in 1886 opgericht en behoorde vele jaren tot de top in de Nederlandse schaakwereld. De vereniging werd tien keer Nederlands kampioen. In 1968 hield de vereniging op te bestaan toen zij fuseerde met het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap.

Amsterdamsche Schaakclub (ASC)
Algemene gegevens
Opgericht 1 februari 1886
Opgeheven 1968
Plaats Vlag Amsterdam Amsterdam
Sportruimte Amsterdamsche Schaakhuis
Bond KNSB

Amsterdamsche Schaakbond

Sport(en) schaken
Bijzonderheden gefuseerd met het VAS
Foto gemaakt tijdens het 40-jarig jubileum van het ASC. Zittend van rechts naar links: Klein, de Veer, Max Euwe, Hartjesveld, Reeders, Fok, Grerrits en Steur. Staande van rechts naar links: Mendeno, Harte, Duisen, Goud, Kersten, Fröger, te Kolsté, Levenbach, Schelfhout, Hartagensis, Keizer, Olie en Spaan.
Foto gemaakt tijdens het 40-jarig jubileum van het ASC. Zittend van rechts naar links: Klein, de Veer, Max Euwe, Hartjesveld, Reeders, Fok, Grerrits en Steur. Staande van rechts naar links: Mendeno, Harte, Duisen, Goud, Kersten, Fröger, te Kolsté, Levenbach, Schelfhout, Hartagensis, Keizer, Olie en Spaan.
Portaal  Portaalicoon   Sport

Geschiedenis

bewerken

ASC werd opgericht op 1 februari 1886. Het was toen, naast het VAS, de tweede schaakvereniging in Amsterdam.[1]

Max Euwe werd in 1914 op twaalfjarige leeftijd lid van ASC.[2][3][4] Hij zou tientallen jaren aan de club verbonden blijven, en ook in teamverband voor de club uitkomen.

Wereldkampioen schaken Emanuel Lasker gaf een schaaksimultaan bij het ASC op 9 februari 1920.[5] Later dat jaar gaf ook de nieuwe wereldkampioen José Raul Capablanca een schaaksimultaansessie bij het ASC.[6]

ASC werd in het seizoen 1920/21 de eerste landskampioen in de door de Nederlandse Schaakbond voor clubs georganiseerde competitie tussen de beste clubs van Nederland, die in die tijd, naast het ASC, respectievelijk Utrecht, VAS, Discendo Discimus en de Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereeniging waren.[7] In de jaren 20 en begin jaren 30 domineerde de ASC de nationale competitie met landskampioenschappen in 1922, 1924, 1925, 1926, 1929, 1930, 1933.

Ter ere van haar 40-jarig jubileum organiseerde de club in 1926 een vierkamp tussen Max Euwe, Edgar Colle, Sawielly Tarkakower en Jop Pannekoek.[8]

Akiba Rubinstein gaf op 21 december 1931 een simultaansessie bij ASC.[9]

In september 1934 werd een vierkamp gehouden ter gelegenheid van Andor Lilienthals bezoek.[10] Zijn tegenstanders waren de sterkste schakers van ASC op dat moment: Hendrik van Hartingsvelt, J.G. Karper en F. Wackers. Lilienthal werd eerste met 2½ punt.[11] Het ASC-talent Karper wist een remise af te dwingen tegen de Hongaarse schaakmeester.[12]

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen zes leden van de ASC om: Evert Blanken, J. Brandon, Dorus Walter van Emden, Dirk Gijsbertus Gerrits, Lev Mikulinsky en Willy Leonard Wolfsbergen.[13]

Na de Tweede Wereldoorlog ging de club achteruit. De ASC wist, gesteund op de ervaring van spelers als Euwe, Lodewijk Prins, Johan Barendregt, Coen Zuidema en Constant Orbaan nog wel tweemaal kampioen te worden (1958 en 1964), maar het ledental was tanende en het lukte niet om talentvolle jonge schakers aan te trekken. In het seizoen 1967/68 degradeerde ASC uit de hoofdklasse van de KNSB-competitie. Constant Orbaan schreef in het Algemeen Handelsblad dat de vereniging "ten dode gedoemd [zal] zijn of op een of andere manier [zal] moeten fuseren."[14] Zijn voorspelling kwam uit, want later dat jaar fuseerde ASC met het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap.[15] Deze verenigingen hadden een stukje geschiedenis gemeen, omdat zij tot het jaar daarvoor het Amsterdamsche Schaakhuis deelden. Het VAS heeft toen enige jaren de naam VAS/ASC gedragen, de toevoeging ASC is later weer verdwenen.

Speellocaties

bewerken
 
Foto van het Gebouw Concordia aan het Weesperplein (Amsterdam)

De ASC heeft in haar geschiedenis op verschillende locaties gespeeld.

Eind 19e eeuw had ASC haar speellokaal in "De Karseboom" aan de Kalverstraat. Toen dat café sloot verhuisde ASC naar "De Nieuwe Karseboom" op het Rembrandtplein. Op 4 maart 1918 werd een nieuw speellokaal gevonden in "Former" aan het Kleine Gartmanplantsoen.[16]

Vanaf de jaren 20 van de 21e eeuw had ASC haar speellokaal in Gebouw Concordia aan het Weesperplein. In 1933 verhuisde ASC naar Hotel Parkzicht.[17] Gebouw Concordia werd in 1934 gesloopt.

In 1936 besloten ASC en het VAS om gezamenlijk een schaakhuis te stichten.[18] Daartoe werd de locatie aan de Plantage Franschelaan 14 (tegenwoordig Henri Polaklaan 14) gehuurd. Op 30 december 1936 werd het Amsterdamsche Schaakhuis feestelijk geopend door de Amsterdamse wethouder van Onderwijs, Emanuel Boekman. Ook Max Euwe was bij deze plechtigheid aanwezig.[19] Tot en met 1967, toen het schaakhuis door financiële problemen gesloten moest worden, speelde ASC op deze locatie.

Bekende leden[14]

bewerken

Erelijst

bewerken
Competitie Aantal Jaren
Nederlands landskampioenschap / Hoofdklasse 10x 1920/21, 1921/22, 1923/24, 1924/25, 1925/26, 1928/29, 1929/30, 1932/33, 1957/58, 1963/64

ASC Jubileumvierkamp (1926)

bewerken

In 1926 organiseerde het ASC ter ere van haar 40-jarig bestaan een vierkamptoernooi met in de hoofdklasse de buitenlandse meesters Edgar Colle (België) en Sawielly Tarkakower (Polen) en de Nederlandse schakers Max Euwe en Jop Pannekoek. Laatstgenoemde werd indertijd gezien als een groot aanstormend talent.[20] De partijen van de vierkamp werden afgewerkt op 17, 18 en 19 april 1926 in Gebouw Concordia aan het Weesperplein. Colle won het toernooi.[8]

Uitslagen en kruistabel[21][22]

bewerken
# Naam Score 1 2 3 4
1 Edgar Colle -- ½ 1 1
2 Sawielly Tarkakower 2 ½ -- ½ 1
3 Max Euwe 0 ½ -- 1
4 Jop Pannekoek 0 0 0 0 --