Von Clermonthuis
Het Von Clermonthuis, ook wel Huis Clermont, voorheen Stammhaus of Tyrell'scher Bau,[1] is een achttiende-eeuws voormalig woonhuis annex fabrieksgebouw in de Nederlandse plaats Vaals. Het door Joseph Moretti ontworpen gebouw doet sinds 1979 dienst als gemeentehuis van de gemeente Vaals. Het Von Clermonthuis is een rijksmonument en onderdeel van het rijksbeschermd gezicht Vaals.
Von Clermonthuis | ||||
---|---|---|---|---|
Het Von Clermonthuis vanuit het zuidwesten (2012)
| ||||
Locatie | ||||
Locatie | Vaals | |||
Adres | Von Clermontplein 15 | |||
Buurpanden | Huis Verves, Lutherse kerk | |||
Coördinaten | 50° 46′ NB, 6° 1′ OL | |||
Status en tijdlijn | ||||
Oorspr. functie | woonhuis, textielfabriek | |||
Huidig gebruik | gemeentehuis | |||
Start ontwerp | 1764 | |||
Bouw gereed | 1765 | |||
Opening | 1979 (als gemeentehuis) | |||
Verbouwing | 1975-1981 | |||
Architectuur | ||||
Bouwstijl | barok | |||
Bouwinfo | ||||
Architect | Joseph Moretti | |||
Eigenaar | gemeente Vaals | |||
Opdrachtgever | Johann Arnold von Clermont | |||
Erkenning | ||||
Monumentstatus | rijksmonument | |||
Monumentnummer | 36609 | |||
|
Geschiedenis
bewerkenPeriode J.A. von Clermont
bewerkenHet grote complex werd gebouwd tussen 1761 en 1765 in opdracht van Johann Arnold von Clermont (1728-1795), een van oorsprong Akense lakenfabrikant, die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van Vaals als textielstadje. Clermont of Klermondt (zonder 'von'), zoals hij zich toen nog noemde, had in 1761 het vlak bij Vaals gelegen Kasteel Vaalsbroek gekocht, dat hij onder leiding van de Akense bouwmeester Joseph Moretti (?-1793) liet verbouwen en waar hij vervolgens met zijn vrouw en vijf of zes kinderen ging wonen.
Eveneens in 1761 presenteerde hij plannen om in het centrum van Vaals vijf wevershuisjes met bijbehorende "hoven" (werkplaatsen) te bouwen. Kort daarna, mogelijk nog in hetzelfde jaar, liet hij door Moretti een ontwerp maken voor een groot woon- en zakenpand op de Mennonisten Viese ("Mennonietenwei"), tegenover het Huis Verves van de Doopsgezinde gemeente. Van de oorspronkelijke ontwerpschetsen van Moretti uit 1761-1764 zijn er veertien bewaard gebleven, waarvan vier gesigneerd.[2] De samenwerking met Moretti beviel blijkbaar dusdanig dat deze Clermonts vaste architect zou worden en later onder andere het Von Clermontmausoleum, het Kasteel Bloemendal en de Vaalser Obelisk zou bouwen.
Doorslaggevend bij de locatiekeuze voor het zogenaamde 'Stammhaus' was de nabijheid van de bron van de Gouwbeek (of Gau). Met een constante watertemperatuur van tien graden was deze ideaal voor het spoelen en verven van wollen stoffen. Bovendien liep destijds de doorgaande weg van Maastricht via Vaals naar Aken en Keulen langs dit perceel.[noot 1] Omstreeks 1764 verplaatste Clermont zijn Akense lakenfabriek naar Vaals, naar verluidt vanwege de knellende gildebepalingen en de beperkte expansiemogelijkheden in Aken, zonder twijfel ook vanwege de relatieve godsdienstvrijheid in het Staatse Vaals (Clermont was luthers).[noot 2] Vanaf 1764 noemde Clermont, wiens familie in 1752 in de adelstand was verheven, zich Von Clermont.
Het Stammhaus was aanvankelijk een gesloten complex met vier vleugels, die om een rechthoekige binnenplaats waren gegroepeerd. De zuidvleugel was de stadswoning van Von Clermont (B op de plattegrond hiernaast, "L'aile où sont distribués les appartements du Maitre"), met uitzicht op de door zijn grootvader gestichte, achthoekige Lutherse kerk ("l'Eglise Lutherienne"). In de westvleugel was het kantoor van de onderneming ingericht (A, "Coté de L'Entrée"). In de noord- en oostvleugel bevonden zich de lakenfabriek en de ververij. Het nog bestaande pand Julianaplein 2 (E) was onderdeel van de ververij, die grotendeels in de afgebroken oostvleugel was ondergebracht (D, "tenturerie"). Rondom lagen tuinen, grasvelden (voor de droogramen) en vijvers (onder andere voor de ververij).[noot 3] Het water voor huishoudelijk gebruik, maar ook voor de lakenfabricage en voor de siertuinen en fonteinen, kwam uit de hoofdbron van de Gouw (N, grande Source);[noot 4] een kleinere bron (Q) leverde het water voor het bassin (G) van de ververij. Bijzonder was het uitgebreide waterleiding- (6, 7 en Ψ) en rioleringsstelsel (R, T en Z). Het terrein was gedeeltelijk ommuurd.[4]
Von Clermont had op enkele andere plaatsen in Vaals weverijen ingericht. Daarnaast maakte hij gebruik van circa 160 thuiswevers, verspreid over de regio Aken.[noot 5] Ook liet hij fraaie woonhuizen bouwen voor zijn boekhouder en hoofd ververij.[noot 6]
Na J.A. von Clermont
bewerkenDrie zonen van Johann Arnold namen het bedrijf over na de dood van hun vader in 1795, elk met hun eigen verantwoordelijkheid. De algehele leiding was sinds 1793 in handen van de oudste zoon, Carl Theodor Arnold von Clermont (1756-1823). Deze was niet opgewassen tegen de economische moeilijkheden van de Franse Tijd:[noot 7] de verandering van het muntstelsel, de introductie van assignaten, de achteruitgang van de handel op de Levant, enz. Bovendien wist hij geen gebruik te maken van nieuwe technische verbeteringen, zoals die onder anderen door de machinebouwer William Cockerill in Verviers en later ook in Luik en Aken naar Engels voorbeeld werden toegepast. In 1819 vertrok hij uit Vaals en in 1825 hield het familiebedrijf op te bestaan. In 1829 werden zijn goederen uit het faillissement openbaar verkocht, waaronder het Stammhaus, het Haus am Gausprung (Von Clermontplein 24?), het Huis Kirchfeld en het huis Genne Pley (bij Bloemendal, afgebroken in 1936).[7]
Het Stammhaus kwam in 1829 in handen van Franz Ignaz Tyrell, een Akense lakenfabrikant die zijn bedrijf naar Vaals overbracht. Het complex bleef bijna een eeuw lang in handen van de familie Tyrell, waardoor het de naam Tyrells Gebouw (Duits en Vaalser dialect: Tyrell'scher Bau) kreeg. Een deel van het pand bleef in gebruik als woonhuis en lakenfabriek. In de later afgebroken oostvleugel was tot circa 1880 een leerlooierij gevestigd.
Nadat het laatste lid van de familie Tyrell in 1924 was overleden, kochten drie verschillende kopers elk een vleugel van het gebouw. Een groot deel van de binnenhuisinrichting, waaronder het meubilair en zelfs het behang, werden verkocht; enkele stukken bevinden zich thans in het Couvenmuseum in Aken en het Bisschoppelijk Paleis in Roermond.[noot 8] Op oude foto's is te zien dat delen van het interieur, waaronder de oorspronkelijke beschilderde wandbespanning, omstreeks 1920 nog in tact waren. In 1926 werd de lagere oostvleugel afgebroken, waarmee het gebouw zijn huidige U-vorm kreeg.[7]
In 1944 raakte een deel van de zuidvleugel beschadigd door een granaatinslag. In 1950 kocht de gemeente Vaals een groot deel van het complex; in 1964 verwierf de gemeente het resterende deel, met uitzondering van het vrijstaande pand Koningin Julianaplein 2, dat ooit deel uitmaakte van de ververij. Vrijwel het gehele pand was in die tijd in gebruik als woonkazerne.[7] In 1967 werd het complex een rijksmonument.[8] Het gebouw werd tussen 1975 en 1981 onder leiding van architectengroep Mertens ingrijpend gerestaureerd volgens de originele bouwtekeningen.[noot 9] De daken werden volledig vernieuwd. Op de westelijke ingangsvleugel werd het klokkentorentje herbouwd. In 1979 kon het gemeentebestuur van Vaals er zijn intrek nemen. Sindsdien is het Von Clermonthuis het gemeentehuis van Vaals.[9][10]
In het kader van de herinrichting van het Von Clermontplein en het aangrenzende Koningin Julianaplein door het Keulse landschapsarchitectenbureau Club L 94 in 2015-2016 werden de gevels van het Von Clermonthuis opnieuw witgekalkt en de binnenplaats voorzien van een replica van een groot verfbad. In de omringende openbare ruimte werden diverse groenvoorzieningen en terrassen ingericht. Ook werd de bron van de Gouwbeek opnieuw zichtbaar gemaakt.[11]
Beschrijving
bewerkenHet Von Clermonthuis heeft een U-vormige plattegrond en telt twee bouwlagen plus een zolderverdieping onder het mansardedak. De noord- en zuidvleugel hebben een lengte van circa 50 meter en een breedte van ongeveer 9 m. De westvleugel is circa 40 m breed en is naar het noorden toe uitgebouwd met een 18 m lange vleugel van één verdieping.
Exterieur
bewerkenHet gebouw is door architect Joseph Moretti opgetrokken in de stijl van de Luiks-Akense barok met kenmerken van het neoclassicisme. Ramen en deuren zijn regelmatig over de gevels verdeeld. Ze hebben getoogde, hardstenen omlijstingen met sluitstenen. De vensters op de verdieping zijn lager dan die op de begane grond. De houten dakvensters zijn aan de bovenkant versierd met voluten. De oorspronkelijke roedeverdeling is overal nog aanwezig. Vooral de zuidfaçade van de zuidvleugel, de voormalige woonvleugel, is representatief, met zeventien vensterassen en een middenrisaliet die een gebeeldhouwd fronton bevat, waarin de wapenschilden van Von Clermont en zijn vrouw, Maria Elisabeth Emminghaus, zijn verwerkt. Boven de entree bevindt zich een balkon met smeedijzeren balustrade, waarin het monogram van Von Clermont (twee gespiegelde C's) is verwerkt. Zowel de dubbele toegangsdeuren als de balkondeuren zijn in Lodewijk XV-stijl. De westvleugel, oorspronkelijk de kantoorvleugel, doet daar nauwelijks voor onder: zowel aan de westzijde van deze vleugel (tegenover het Huis Verves van concurrent Alexander von Lövenich) als aan de oostzijde (aan de voorheen gesloten binnenplaats) bevinden zich fraaie entreepartijen met gevelbekroningen met rocailles en krulwerk, waarop uurwerken en Latijnse spreuken zijn aangebracht.[noot 10] Op het dak verheft zich een bij de restauratie herbouwde klokkentoren met windvaan; het torentje is iets eenvoudiger van vorm dan het originele ontwerp van Moretti. De muren, die in de tijd van Von Clermont geel gesausd waren, zijn thans grotendeels wit;[13] alleen de middenrisaliet van de zuidvleugel en de daklijsten elders zijn geel. De natuurstenen delen zijn ongeverfd.
-
Westvleugel, westfaçade
-
Zuidvleugel, zuidfaçade
-
Hofzijde vanuit het oosten
-
Noordvleugel, noordfaçade
- Architectuurdetails
-
Middenrisaliet westfaçade
-
Middenrisaliet zuidfaçade
-
Middenrisaliet oostfaçade
-
Poort verlengde westvleugel
Interieur
bewerkenDe drie vleugels van het U-vormige gebouw bevatten elk twee verdiepingen en een zolderverdieping. Het complex is grotendeels onderkelderd met troggewelven tussen zware gordelbogen. In de noordvleugel bevinden zich in de kelder twee enorme waterbassins, nodig voor de lakenfabricage. De noord- en zuidvleugels bevatten beide twee trappenhuizen, gesitueerd nabij de vier hoeken van de voormalige binnenplaats. Het westelijk trappenhuis van de noordvleugel en de twee trappenhuizen van de zuidvleugel hebben eiken trappen met gesneden of uitgezaagde balusters in Lodewijk XV-stijl. Laatstgenoemde trappenhuizen zijn met elkaar verbonden door middel van een gang met plavuizen van Naamse steen. In de zuidvleugel liggen de woonvertrekken enfilade. De mooiste kamer was waarschijnlijk de tuinkamer op de begane grond, direct achter de hoofdentree. Deze ruimte, thans trouwzaal, heeft men bij de restauratie getracht in oude luister te herstellen door het stucwerk te restaureren en het verdwenen beschilderde behang te kopiëren.[noot 11] In de kamer ten westen van de trouwzaal is de oorspronkelijk zaalbetimmering nog aanwezig, maar de wandbespanning ontbreekt. Het daarnaast gelegen hoekvertrek bevat twee deuromlijstingen met kuifstukken en een schouw met een slanke bovenmantel, beide in Lodewijk XV-stijl. Op de eerste verdieping ligt boven de entree een ruim vertrek dat de hele breedte van het pand inneemt, de huidige burgemeesterskamer. Het stucwerk hier verkeerde in een dermate slechte staat, dat het niet te redden was; een deel is gereconstrueerd.[14] Voor de realisering van een geschikte raadszaal met publieke tribune was een forse ingreep nodig: voor het publiek is op de zolderverdieping een ruimte gerealiseerd die middels een vide in verbinding staat met de eigenlijke raadszaal op de eerste verdieping.[10]
-
Trouwzaal, 1981
-
Kamer naast trouwzaal, 1981
-
Burgemeesterskamer, 1981
-
Raadszaal, 1981
- Interieur trouwzaal voor en na restauratie
-
Oorspronkelijke betimmering en wandschilderingen, voor 1925
-
Gekopieerde schilderingen in dezelfde salon, 2016
-
Schouw met alliantiewapen tijdens restauratie, 1975
-
Idem, na restauratie, 2016
Trivia
bewerkenHet Stammhaus van de familie Von Clermont kende in de achttiende eeuw enkele beroemde bezoekers:
- Friedrich Heinrich Jacobi, Duits filosoof en zwager van J.A. von Clermont: logeerde meerdere keren bij zijn zwager en beschreef zijn verblijf in brieven.[noot 12]
- Johann Georg Adam Forster (1754-1794), Duits natuurvorser, ontdekkingsreiziger en schrijver; vriend van F.H. Jacobi: verbleef in 1790 in Vaals en schreef erover in zijn dagboek.[noot 13]
Zie ook
bewerken- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Haus Clermont (Vaals) op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Agt, J.F. van (1983): Zuid-Limburg. Vaals, Wittem en Slenaken, pp. 82-102. Uit de reeks: De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V: Limburg. 3e stuk: Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht. Staatsuitgeverij 's-Gravenhage. ISBN 90-12-04096-5 (online tekst op dbnl.org)
- ↑ De huidige rijksweg (N278), waarvan de 200 m noordelijker gelegen Maastrichterlaan deel uitmaakt, werd pas omstreeks 1825 aangelegd.
- ↑ In 1764 noteerde de Akense gemeenteambtenaar Johannes Janssen: "Clermont ist allhier aus nacher Vaals ein Stund von der Stadt aufm Holländischen gezogen mitsambt seine Fabrik, das unser Stat viel Schaden bringt und viele Meisteren, nemlich Weber, Schörer, Spinner und dergleichen, müssig gehen, welche sonst vor ihm gearbeitet haben, und das lässt Magistrat also geschehen".[3]
- ↑ Het woongedeelte zag uit op drie fonteinen, waarvan een in een rond bassin, (l "Basin aux jets d'Eaux") en twee in een langgerekte vijver aan de kant van de Lutherse kerk (H, "Etang aux deux jets d'Eaux"). In het midden van laatstgenoemde vijver was een uitkijktorentje getimmerd (I, "Belvédère de charpente"). Aan de oostzijde van het complex, parallel aan de Koperstraat, lag een grote formele tuin. In 1790 verrees in de as van deze tuin, enkele honderden meters noordelijk, de Vaalser Obelisk.
- ↑ De hoofdbron, ook wel Gausprung genoemd, werd omstreeks 1930 overkluisd.
- ↑ Volgens Johann Georg Adam Forster verschafte de fabriek van Clermont werk aan "in Vaals, Aachen und Burtscheid gegen hundertundsechzig Weber". Volgens zijn zwager Heinrich Arnold Kopstadt had Clermont in 1799 "teils andere Gebäude errichtet, teils aber bediente er sich der Arbeiten der ansässigen Webermeister im Dorfe".[5]
- ↑ Het dubbele woonhuis Von Clermontplein 2-4 is mogelijk in opdracht van Von Clermont gebouwd.[6]
- ↑ Maastricht en omliggende gebieden werden in 1794 door de Fransen veroverd en een jaar later ingelijfd bij de Eerste Franse Republiek.
- ↑ Het geschilderde behang en de drie supraporten uit de tuinkamer op de begane grond in de zuidvleugel (thans trouwzaal) werden in 1924 verkocht aan de Rotterdamse kunsthandelaar Andries Davids. Deze verkocht het behang door naar de Verenigde Staten en de supraporten aan het Couvenmuseum. Meubels uit de eetkamer, waaronder een ebbehouten tafel, twee speeltafeltjes in Lodewijk XV-stijl, vier stoelen en twee zetels, werden in 1932 door Betsie Gelissen bij haar intrede in het Klooster van de Zusters Onder de Bogen, geschonken aan het Maastrichtse klooster. Deze meubels staan nu in het Bisschoppelijk Paleis te Roermond.[7]
- ↑ J.F. van Agt noemt als architecten Mertens.[9] Andere bronnen noemen Architektengroep Sigmond uit Heerlen en J. Hendriks uit Maastricht.[10]
- ↑ De gevelbekroning aan de straatzijde bevat de spreuk spero invidiam ("ik verwacht afgunst"). Aan de kant van de binnenplaats staat de spreuk nil volentibus arduum ("niets is bezwaarlijk voor hen die willen").[12]
- ↑ De schilderingen van liefelijke taferelen en putti waren in de stijl van de Zwitsers-Italiaanse decoratieschilder Gian-Antonio Caldelli (1721-1790), die ook in Spa, Sint-Truiden, Brussel, Antwerpen en diverse plaatsen in Ticino werkte (waar ook Moretti vandaan kwam).
- ↑ In 1774 schreef Jacobi over zijn logeeradres in Vaals: "alles rund herum mit Gärten, Springbrunnen, Lusthäusern, u.s.w. geziert [...] Mein Zimmer liegt an einem Garten; meine Fenster sind mit Weinreben eingefasst; unter mir springt Wasser aus drey Teichen, u. macht ein leises, plätscherndes Geräusch, als wenn Nymphen sich badeten". In een brief uit 1781 staat: "Ich war in v, sah die Kastanienbäume, die Laube, das Sommerhaus, hörte die Springbrunnen plätschern, den Forellenteich murmeln u. ging auf und ab an der Hecke, welche den Garten vom Grasplatz an der Kirche scheidet".[15]
- ↑ Forster zag in Vaals "die Tuchfabrik vom Wollspülen an bis zur letzten Appretur und Verzierung. Es ist ein unermessliches Geschäft, was diese Leute treiben, und jährlich wird für 600 000 fl. Waare versandt! Ich sah das Tuch weben, ich sah kratzen, scheren, pressen, kurz alle die unzähligen Operationen, die zur Bereitung dieses Kleidungsstoffs unentbehrlich sind. Ich sah auch die Wolle spülen und reinigen; nur spinnen sah ich nicht, denn die Spinnerei ist durch die ganze Gegend umher verbreitet, zumal ist sie im Limburgischen vortrefflich, wo das Landvolk mehr von Viehzucht als Ackerbau lebt und folglich nicht so harte Hände hat und einen zarteren Faden spinnt als im Jülichschen."[16]
- ↑ Van Agt (1983), p. 82.
- ↑ Van Agt (1983), pp. 83-85.
- ↑ Van Agt (1983), p. 85.
- ↑ Van Agt (1983), pp. 85-89.
- ↑ Van Agt (1983), p. 92.
- ↑ Van Agt (1983), p. 122.
- ↑ a b c d Van Agt (1983), pp. 94, 122-123.
- ↑ Informatie over rijksmonumentnummer 36609.
- ↑ a b Van Agt (1983), pp. 94-95.
- ↑ a b c (de) Carina Ramakers & Angie Müller, '„Spero invidiam”. Auf den Spuren des Erbes der Familie von Clermont. 3. Das Stammhaus Clermont in Vaals' op rheinische-industriekultur.de, geraadpleegd 13 januari 2025.
- ↑ (de) Heiner Hautermans, 'Textilhistorie von Vaals lebt bei der Platzgestaltung wieder auf', in: Aachener Nachrichten, 9 november 2015.
- ↑ Van Agt (1983), p. 97.
- ↑ Van Agt (1983), p. 95.
- ↑ Van Agt (1983), pp. 97-102.
- ↑ Van Agt (1983), p. 89.
- ↑ Van Agt (1983), pp. 91-92.