Lage Huis
kasteel in Beesd, Nederland
Het Lage Huis (ook: Het slot, Lage Huys op den Wyel en Huis Wolfswaard) is het oudste van de drie voormalige kastelen in Beesd.[1] Het Lage Huis was minstens zes generaties lang in bezit van het geslacht Pieck en ging in 1730 over op het geslacht van Eck.[2] Het kasteel zag tijdens de Gelderse Onafhankelijkheidsoorlog in de winter van 1492-1943 strijd en werd in 1495 door een Bourgondische troepenmacht onder leiding van Frederik van Egmont op Gelre veroverd.[3][4]
Het Lage Huis | ||
---|---|---|
"Gezicht op Huis Wolfswaard", Abraham Rademaker (1727–1733)
| ||
Locatie | Beesd, Nederland | |
Algemeen | ||
Huidige functie | Verdwenen, grachtenrestant | |
Gebouwd in | Voor 1424 | |
Gesloopt in | 19e eeuw |
Het kasteel stond tot de 18e eeuw aan de Wiel, waarvan nog sporen te vinden zijn. Op de voormalige kasteellocatie staat nu een boerderij.[5][6]
De naam Wolfswaard dankt het aan de gelijknamige heerlijkheid en kasteeltje die enige tijd in handen waren van de familie Pieck.
Bewoners
bewerken- Willem van Buren (tot 1424)
- Gijsbert "de Goede" Pieck (1424-1442)
- Walraven Pieck (1492-1494)
- Costijn Pieck (1494-1495)
- Walraven Pieck (1515,1538,1544)
- Walraven "de Jonge" Pieck
- Jonkheer Costen Pieck
- Familie van Eck[2][7]
Bronnen, noten en/of referenties
- Hoppenbrouwers, P.C.M., Een middeleeuwse samenleving: het Land van Heusden (ca. 1360-ca. 1515) (1992)
- Meij, P.K., Geschiedenis van Gelderland 1492-1795 - Volume 2 (1975)
- van Schilfgaarde, A.P., Zegels en genealogische gegevens van de graven en hertogen van Gelre: graven van Zutphen (1967)
- Gouda Quint, P., Bijdragen en Mededeelingen, Volume 40 (1937)
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW), deel 9 (1933)
- van der Aa, A.J., Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden (1839)
- Noten
- ↑ De huizen van Beesd. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
- ↑ a b Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek 1933, blz. 800-804
- ↑ Meij 1975, blz. 21
- ↑ Hoppenbrouwers 1992, blz. 26
- ↑ van Schilfgaarde 1967, blz. 146
- ↑ van der Aa 1839, blz. 567
- ↑ Gouda Quint 1937, blz. 95