Portaal:Insecten/Uitgelicht/29
Strepsiptera of waaiervleugeligen, naar de vorm van de achtervleugels van de mannetjes, zijn een merkwaardige, sterk gespecialiseerde orde van holometabole insecten met merendeels een zeer gespecialiseerde, parasitaire levenswijze. In Nederland zijn slechts 5 soorten Strepsiptera beschreven (anno 2005).
Uiterlijk
bewerkenEr is een sterke seksuele dimorfie:
De vrouwtjes van de verschillende soorten Strepsiptera zijn uiterlijk nauwelijks tot niet van elkaar te onderscheiden; ze hebben geen poten, geen vleugels, rudimentaire monddelen en brengen nagenoeg hun gehele leven in een gastheer door. Hun kop en borststuk zijn gefuseerd, deze cephalothorax steekt deels uit het lijf van de gastheer. Ze worden bevrucht (via traumatische inseminatie) door een membraan op de cephalothorax, en de jongen verlaten het lichaam ook weer via de ontstane opening. Vrouwtjes nemen hun voedingsstoffen door diffusie op uit het lichaam van hun gastheer. Vrouwtjes zijn tot 10 mm lang. In de tropen komen nog wel 'primitieve Strepsiptera' voor met gevleugelde, vrijlevende vrouwtjes.
De mannetjes zijn tot 3 mm lang en hebben vleugels en vertakte antennen; het voorste vleugelpaar is gereduceerd tot ovale knopjes of kolfjes, enigszins lijkend op die van diptera; bij deze laatste orde zijn het echter de achtervleugels die dit lot hebben ondergaan. De vleugels zien er uit als een waaier en hebben slechts een rudimentaire adering. De samengestelde ogen zijn relatief groot en hebben onder insecten een opmerkelijke structuur. Mannetjes leven slechts enkele uren en paren met het vrouwtje terwijl zij deels uit het lichaam van haar gastheer steekt. Zij vinden haar door geslachtsferomonen.