Resolutie 1425 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1425 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 22 juli 2002 unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen.
Resolutie 1425 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 22 juli 2002 | |
Nr. vergadering | 4580 | |
Code | S/RES/1425 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Somalische burgeroorlog | |
Beslissing | Richtte een panel van experts op om schendingen van het wapenembargo te onderzoeken. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2002 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Achtergrond
bewerkenIn 1960 werden de voormalige kolonies Brits Somaliland en Italiaans Somaliland onafhankelijk en samengevoegd tot Somalië. In 1969 greep het leger de macht en werd Somalië een socialistisch-islamitisch land. In de jaren 1980 leidde het verzet tegen het totalitair geworden regime tot een burgeroorlog en in 1991 viel het centrale regime. Vanaf dan beheersten verschillende groeperingen elke een deel van het land en enkele delen scheurden zich ook af van Somalië.
Inhoud
bewerkenWaarnemingen
bewerkenDe Veiligheidsraad herinnerde aan het wapenembargo dat in 1992 met resolutie 733 tegen Somalië was ingesteld. Desondanks bleven de wapens het land binnenstromen, waardoor de vrede er in het gedrang kwam.
Handelingen
bewerkenHet wapenembargo verbood het financieren van leveringen van en militaire uitrusting, alsook technisch advies, financiële hulp of andere vormen van bijstand en militaire opleidingen.
De secretaris-generaal werd gevraagd een panel van drie experts op te zetten om gedurende zes maanden de schendingen van het wapenembargo te onderzoeken en daarbij alle mogelijke informatiebronnen te benutten. De experts moesten ook bekijken in hoeverre de landen in de buurt van Somalië in staat waren het embargo uit te voeren en aanbevelingen doen om het embargo te versterken.
Alle landen en de overgangsregering van Somalië werden gevraagd mee te werken met het panel door alle gevraagde informatie of toegang tot plaatsen te verschaffen. Ook personen en entiteiten als politieke leiders, zakenlui, financiële instellingen, luchtvaartmaatschappijen en NGO's werden gevraagd mee te werken.