Longusunguis
Longusunguis is een geslacht van uitgestorven vogels uit het Vroeg-Krijt van het huidige China, behorend tot de Enantiornithes.
Longusunguis Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Vroeg-Krijt | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
De schedel van het holotype | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Longusunguis Wang et al., 2014 | |||||||||||
Typesoort | |||||||||||
Longusunguis kurochkini | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
|
Vondst en naamgeving
bewerkenIn 2014 benoemden en beschreven Wang Min, Zhou Zhonghe, Jingmai Kathleen O'Connor en Nikita V. Zelenkov de typesoort Longusunguis kurochkini. De geslachtsnaam is een combinatie van het Latijn longus, 'lang', en unguis, 'klauw', een verwijzing naar de lange voetklauwen. Een correcte combinatie had overigens 'longunguis' moeten opleveren. De soortaanduiding eert wijlen de Russische paleoörnitholoog Yevgeny Nikolayevich Kurochkin ofwel Jewgeni Nikolajewitsj Koerotsjkin (Евгений Николаевич Курочкин), een man die vaak belachelijk gemaakt was om zijn onzinnige ideeën over de evolutie van vogels en zo na zijn dood als goedmakertje toch nog een soort naar zich genoemd kreeg uit een groep waarvan hij dacht dat het helemaal geen vogels waren.
Het holotype IVPP V 17964 is bij de stad Lamadong, in de prefectuur Jianchang in Liaoning gevonden in een laag van de Jiufotangformatie die dateert uit het late Aptien. Het bestaat uit een vrijwel compleet skelet met schedel, platgedrukt op een enkele plaat. Het skelet ligt grotendeels in verband, alleen ligt de schedel er af. Het gaat om een jongvolwassen dier.
In 2020 werd een tweede exemplaar beschreven, specimen IVPP V18693, eveneens een volledig skelet van een jongvolwassen dier. Het bewaart wat resten van het verenkleed.
Beschrijving
bewerkenHet holotype is een vijftien à twintig centimeter lang maar was wellicht nog niet volgroeid.
De beschrijvers wisten enkele onderscheidende kenmerken vast te stellen. Het bovenkaaksbeen heeft een extra opening op de achterste tak. De neergaande tak van het traanbeen heeft een langwerpige uitholling op de achterrand. De buitenste rand van het ravenbeeksbeen is boller dan bij verwanten. Bij het schouderblad staat de processus acromialis haaks op de schacht. Het pygostyle, het vergroeide staartuiteinde, is langer dan de tarsometatarsus, de middenvoet.
Volgens de studie uit 2020 liep een zeer lange dunne neergaande tak van het postorbitale door tot het jukbeen, terwijl de voorste en achterste takken kort waren. De oogkas zou dan van achteren gesloten zijn en gescheiden van het onderste slaapvenster, net als bij basale Theropoda. Tot nu toe waren alleen meer basale vogels bekend met zo'n oorspronkelijke bouw. Deze conclusie is echter wat onzeker door het feit dat beide postorbitalia los aangetroffen werden, zodat hun identiteit noch precieze positie direct vaststelbaar waren. Ze leken te lang voor quadratojugalia. Daarnaast werden in 2020 nog andere aanvullende onderscheidende kenmerken vastgesteld. Het bovenkaaksbeen draagt vier tanden. Het neusbeen heeft een centraal geplaatst rond venster. Het squamosum is driestralig met een ongevorkte voorste tak richting postorbitale.
De schedel, bij het holotype ongeveer vierendertig millimeter lang, loopt naar voren spits af. Er staan volgens de studie uit 2014 vermoedelijk vier tanden in de praemaxilla waarvan de voorste kleiner is. In 2020 werden ook vier tanden in de maxilla vastgesteld. Er staan zes tanden in het dentarium van de onderkaak. De tanden zijn robuust, dolkvormig, afgeplat, spits en naar achteren gebogen.
Het heiligbeen telt acht sacrale wervels. De staartbasis heeft vijf 'vrije' wervels. Het borstbeen is vooraan afgerond. De buitenste zijuitsteeksels ervan zijn niet verbreed aan hun uiteinden; de binnenste zijn zwak ontwikkeld.
Fylogenie
bewerkenLongusunguis werd in 2014 binnen de Eoenantiornithiformes in een voor de gelegenheid benoemde Bohaiornithidae geplaatst, als zustersoort van een klade bestaande uit Bohaiornis en Parabohaiornis.
Het volgende kladogram toont de positie van Longusunguis in de evolutionaire stamboom volgens de kladistische analyse uit het beschrijvende artikel:
Enantiornithes |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2020 vond een analyse Longusunguis in een polytomie met ''Shenqiornis en Sulcavis.
Literatuur
- Min Wang; Zhong-He Zhou; Jingmai K. O'Connor; Nikita V. Zelenkov, 2014, "A new diverse enantiornithine family (Bohaiornithidae fam. nov.) from the Lower Cretaceous of China with information from two new species", Vertebrata PalAsiatica 52(1): 31–76
- Han Hu; Jingmai K. O’Connor; Min Wang; Stephen Wroe; Paul G. McDonald, 2020, "New anatomical information on the bohaiornithid Longusunguis and the presence of a plesiomorphic diapsid skull in Enantiornithes". Journal of Systematic Palaeontology 18(18): 1481–1495