Gebruiker:PAvdK/Kladblok/Hongaarse bezitsuitgangen

PAvdK/Kladblok/Hongaarse bezitsuitgangen

Dit is het persoonlijke kladblok van PAvdK/Kladblok.

Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen met wat meer Wikipedia-ervaring) en mag dus geen onoorbare dingen bevatten, zoals auteursrechtschendingen.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.


Hongaarse bezitsuitgangen

bewerken
Klinkercategorieën en klinkerharmonie

Bij het gebruik van uitgangen worden achter- en
voorklinkers onderscheiden; de voorklinkers kunnen
weer gesplitst worden op grond van lipronding.

Klinker-
of
lipronding
Articulatieplaats, tongstand
Voorklinker,
hoge klinker
Achterklinker,
lage klinker
met
ronding
ö, ő,
ü, ű.
a, á.
zonder
ronding
e, é,
i, í.
o, ó,
u, ú.
(neutraal) [1] (e, é, i, í)

In het Hongaars geeft de bezitsuitgang (possessiefsuffix) een bezit aan.

Inleiding

bewerken

In het geval van sterke benadrukking van de eigenaar wordt ook nog een bezittelijk voornaamwoord, dat de vorm heeft van een persoonlijk voornaamwoord gebruikt.

De bezitsuitgangen hebben gewoonlijk twee of drie verschillende vormvarianten (allomorfen). De keuze van de te gebruiken variant hangt af van de klinker van het woord waarachter de uitgang komt te staan volgens de regels van de klinkerharmonie. Er bestaan verschillende uitgangen voor de persoon van de bezitter (1e, 2e of 3e persoon), het getal (enkelvoud of meervoud) van de bezitter, en voor het getal van het bezit (enkelvoud of meervoud).[2]

De keuze van de te gebruiken variant hangt verder af van het type van de stam waarachter de uitgang komt te staan. Bij de verlagende stammen is er een andere keuze uit vormvarianten. Zo wordt het bezit van de 1ste persoon enkelvoud (mijn) na een standaardstam aangegeven met de uitgang -om/-em/-öm, maar na een verlagende stam wordt de uitgang -am/-em.

Voorbeeld met niet-verlagende stam: lakás = woning, lakásom = mijn woning, bőrönd = koffer, bőröndöm = mijn koffer.
Voorbeeld met verlagende stam: fog = tand, fogam = mijn tand; fül = oor, fülem = mijn oor.

Enkelvoudig bezit

bewerken

Bij enkelvoudig bezit zijn er enkele uitgangen met 3-harmonische vormen, maar de meeste hebben 2-harmonische vormen.

Er is in de 3de persoon een keuze tussen een vorm zonder en met -j. De vorm met een -j hoort bij een stam eindigend op een klinker.

Er zijn ook woorden, eindigend op een medeklinker die de vorm met -j krijgen (bijvoorbeeld barátbarátja=zijn vriend).


Bij op een klinker eindigende stammen vervalt de beginklinker van de uitgang. Als de eindklinker van de stam een -a of -e is, wordt deze vóór de uitgang verlengd tot -á/-é, net zoals vóór alle andere uitgangen. Bij (niet-verlagende) stammen, eindigend op een klinker en een uitgang beginnend met een klinker


  • wordt een -j tussengevoegd bij 2-harmonische vormen bij de 2de persoon enkelvoud en meervoud;
  • vervalt de "instabiele beginklinker" van de 2-harmonische vormen bij de 1ste persoon meervoud;
  • vervalt de "instabiele beginklinker" van de 3-harmonische vormen uitgangen (bij 1ste persoon enkelvoud en 2de persoon enkelvoud en meervoud)
bezittelijk
voornaam-
woord

Bezitsuitgangen bij enkelvoudig bezit; niet verlagende stam
stam eindigend op medeklinker stam eindigend op klinker
achter-
klinkers
(laag)
voorklinkers
(hoog)
voorbeelden: achter-
klinkers
(laag)
voorklinkers
(hoog)
voorbeelden:
zonder
lipronding
met
lipronding
tanár
leraar
kés
mes
kör
kring, cirkel
zonder
lipronding
met
lipronding
kocsi
auto
lecke 1)
les
fésű
kam
1 ev mijn -om -em -öm tanárom késem köröm -m kocsim leckém 1) fésűm
2 ev jouw -od -ed -öd tanárod késed köröd -d kocsid leckéd fésűd
3 ev zijn -a/-ja -e/-je tanára kése köre -ja -je kocsija leckéje fésűje
1 mv onze -unk -ünk tanárunk késünk körünk -nk kocsink leckénk fésűnk
2 mv jullie -otok -etek -ötök tanárotok késetek körötök -tok -tek -tök kocsitok leckétek fésűtök
3 mv hun -uk/-juk -ük/-jük tanáruk késük körük -juk -jük kocsijuk leckéjük fésűjük
1) -a/-e aan einde van een stam wordt verlengd tot -á/-é voor een uitgang.

Bij een verlagende stammen, zoals bij orr = neus, fül = oor, worden instabiele beginklinkers van de uitgangen vervangen: van -o,-e,-ö naar -a,-e en worden dus de 3-harmonische vormen vervangen door 2-harmonische vormen.

Voorbeelden: orr, orram = mijn neus, fül, fülem = mijn oor/oren[3].
bezittelijk
voornaam-
woord

Bezitsuitgangen bij enkelvoudig bezit; verlagende stam
achter-
klinkers
(laag)
voorklinkers
(hoog)
voorbeelden:
zonder of met
lipronding
fog
tand
fej
hoofd
fül
oor
mijn -am -em fogam fejem fülem
jouw -ad -ed fogad fejed füled
jullie -atok -etek fogatok fejetek fületek

De verlagende stammen moeten in het woordenboek worden opgezocht. Veel verlagende stammen zijn tevens alternerend: ze veranderen als er een uitgang achter wordt geplaatst.

Voorbeeld met klinkerverkorting in de stam: madár = vogel, madarat = vogel (accusatief), madarad = jouw vogel

Meervoudig bezit

bewerken

Bij meervoudig bezit zijn er steeds slechts 2-harmonische vormen. Bij de vorming van de uitgang voor een meervoudig bezit wordt uitgegaan van het woord met een 3de persoon enkelvoud bezitsuitgang voor enkelvoudig bezit.

Voorbeeld: kalap = hoed → kalapja = zijn hoed → kalapjaim = mijn hoeden, kalapjaitok = jullie hoeden, etc.
bezittelijk
voornaam-
woord

Bezitsuitgangen bij meervoudig bezit
stam eindigend op medeklinker stam eindigend op klinker
achter-
klinkers
(laag)
voorklinkers
(hoog)
voorbeelden: achter-
klinkers
(laag)
voorklinkers
(hoog)
voorbeelden:
zonder of met
lipronding
tanára
zijn leraar
kése
haar mes
köre
zijn kring/cirkel
zonder of met
lipronding
kocsija a)
haar auto
lecke b)
les
fésű
kam
mijn -aim -eim tanáraim késeim köreim -(ja)im a) -(je)im a) kocsijaim leckéim fésűim
jouw -aid -eid tanáraid késeid köreid -(ja)id -(je)id kocsijaid leckéid fésűid
zijn -ai/-jai -ei/-jei tanárai kései körei -(ja)i -(je)i kocsijai leckéi fésűi
onze -aink -eink tanáraink késeink köreink -(ja)ink -(je)ink kocsijaink leckéink fésűink
jullie -aitok -eitek tanáraitok késeitek köreitek -(ja)itok -(je)itek kocsijaitok leckéitek fésűitek
hun -aik/-jaik -eik/-jeik tanáraik késeik köreik -(ja)ik -(je)ik kocsijaik leckéik fésűik
a) -j-vorm van meervoudig-bezitsuitgang bij stam eindigend op -i.
b) -a/-e aan einde van een stam wordt verlengd tot -á/-é voor een uitgang.

Naamvallen

bewerken

Woorden eindigend op een bezitsuitgang zijn verlagend als deze nog verdere naamvalsuitgangen krijgen. Dit is het geval bij enkele uitgangen met een instabiele beginklinker, zoals bij de accusatief (4de naamval) en bij de weinig voorkomende distributief, distributief-temporalis en associatief. De naamvalsuitgangen voor de accusatief zijn gewoonlijk -ot/-et/-öt, maar na een verlagende stam zijn de uitgangen -at/-et of -t na een (verlengde) klinker.

Voorbeelden: fogam = mijn tand, fogamat = mijn tand (accusatief); fésűink = onze kammen, fésűinket = onze kammen(accusatief); auto, autója = zijn/haar auto, autóját = zijn/haar auto(accusatief)